Hogeschool Vives pompt 9 miljoen in een nieuwe onderwijscampus op ‘t Hoge. Op de campus van Howest en UGent staat binnenkort een onderzoekscentrum voor de groenteverwerkende industrie van zo’n 15 miljoen euro. Kortrijk blijft groeien als studentenstad.
Ik herinner me nog uit mijn eigen Kortrijkse studententijd hoe de koeien graasden te midden de campus van wat nu Vives is. De scholengroep had toen nog niet de naam van een Spaanse geleerde, maar heette gewoon Katho. Dat was nog voor de fusie met de scholen in het noorden van onze provincie. Nu is het ondenkbaar dat daar koeien of andere dieren zouden rondkuieren. Elke vierkante meter op de campus staat ten dienste van de studenten en de docenten. En nog is er te weinig ruimte. Ook bij Howest, UGent en Kulak liggen bouwplannen klaar.
Toch speelt Kortrijk intussen mee met de grote studentensteden
Kort na mijn afstuderen heerste algemene paniek bij ondernemers en beleidsmakers om de ‘braindrain’ naar andere provincies. Niet in het minst naar Gent. De eerste keer dat ik die term hoorde dacht ik aan een sciencefictionversie van lobotomie. Het bleek geen hersenoperatie, maar de vlucht van onze hooggeschoolden. Studenten blijven immers vaak ‘plakken’ in de stad waar ze hun opleiding volgden, vrienden maakten en een lief vonden. Als we onze knappe koppen niet in West-Vlaanderen kunnen houden, dan is dat nefast voor onze ondernemers. Zeker in een kenniseconomie.
Gent en Leuven blijven grote aantrekkingspolen. Toch speelt Kortrijk intussen ‘mee’ met de ‘groten’. Studenten komen vanuit het buitenland om in Kortrijk games te leren ontwikkelen. Uniek zijn ook de afstudeerrichtingen milieukunde, industrieel ontwerpen, maatschappelijke veiligheid… Daaruit blijkt dat inhoudelijk sterke opleidingen en onderzoekscentra nog altijd de beste manier zijn om studenten te lokken. En om die studenten hier te houden is ook samenwerking met de bedrijven uit de regio nodig. Maar dat hebben die ondernemers al lang begrepen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier