Nieuw rusthuis in Westouter : O.L.-Vrouw Gasthuis wordt ongeduldig

Redactie KW

De gemeenteraadszitting van vorige maandag kende een eigenaardig verloop : helemaal aan het begin ervan stelde Georges Declercq (Gemeentebelangen) meteen al op man af de vraag hoe het nu precies zit met het dossier van de bouw van een nieuw privé-rusthuis in Westouter.

Burgemeester Bernard Heens (CD&V) was hierop voorbereid en antwoordde keurig, maar wat hij niet had verwacht is dat hij ook tegenwind zou krijgen uit eigen rangen, met name van Geert Debergh, die duidelijk liet aanvoelen dat het hem allemaal veel te traag ging en zich openlijk afvroeg of er misschien iemand tegenwerkte.

Waarover gaat het ? De vzw O.L. Vrouw Gasthuis uit Poperinge heeft plannen om in Westouter een privé-rusthuis te bouwen en liet daarvoor haar oog vallen op een hofstede aan de rand van de dorpskom, die ze enkele jaren geldeden ook al kocht. Er waren ondertussen al heel wat contacten met het gemeentebestuur.

„Laat alvast duidelijk zijn dat wij deze plannen zeker toejuichen”, opende burgemeester Heens zijn toelichting. „Dat er in onze gemeente rusthuiscapaciteit bijkomt is beslist een goeie zaak. Maar een bouwdossier kan nog niet onmiddellijk opgestart worden, omdat er eerst nog een hele stedenbouwkundige procedure moet worden doorlopen. De mogelijkheid om een rusthuis in te planten in Westouter staat weliswaar ingeschreven in ons gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, maar een en ander moet nu nog worden geconcretiseerd in een Ruimtelijk Uitvoeringsplan, dat momenteel door de WVI voor ons wordt opgemaakt. Deze procedure duurt in normale omstandigheden om en bij de twee jaar, en we zijn nu ongeveer halfweg”

Schooltje erbij ?

Dat een en ander zo ingewikkeld ligt, is omdat de plannen voor het nieuwe rusthuis zich ook voor een deel situeren in agrarische zone, en er dus een aanpassing moet komen. „Op zich niet onoverkomelijk”, aldus de burgemeester, „maar dit alles moet nu eenmaal via een correcte procedure verlopen, net om te vermijden dat we later problemen krijgen. De goedkeuring van het RUP ligt trouwens bij de provincie, met wie wij over deze al heel wat contact hadden. Zo zei de Bestendige Deputatie ons dat er sowieso een motivering moet zijn voor de gekozen inplantingsplaats, en dat er ook een zogenaamd locatie-onderzoek moet komen, waarbij diverse mogelijke inplantingen tegen elkaar worden afgewogen. Er kunnen maximaal 60 bedden komen. In de randvoorwaarden bepaalde de Deputatie ook dat er maar een minimale aansnijding mag zijn van het agrarisch gebied, dat het nieuwe complex moet worden geïntegreerd in de dorpskern en in het landschap, en dat de opname in het project van de site van het oude schooltje in de Sulferbergstraat (inclusief tuin, koer en visvijver) te onderzoeken is. Wat de WVI ook heeft gedaan, en uit deze studie blijkt alvast dat de Sulferbergstraat de beste locatie is, en dat de inname van de site van de school is aan te bevelen. Maar er is dus nog geen beslissing gevallen, en pas wanneer het RUP volledig is goedgekeurd, kan de initiatiefnemer zijn bouwdossier starten”

„Te duur”

Georges Declercq toonde zich alvast niet zo gelukkig met het idee van de inname van het schooltje. „Er zijn daar toch serieuze hoogteverschillen, en daarmee omgaan is toch niet altijd zo evident voor senioren”. De burgemeester antwoordde dat er sowieso hoogteverschillen zullen zijn en toen kwam de aap al snel uit de mouw : „Het schooltje erbij nemen zal toch leiden tot heel wat bijkomende kosten voor de bouwheer, wat het voor hem minder interessant of voor de rusthuisbewoner duurder zal maken”, aldus nog Declercq, die verder meegaf dat het gemeentebestuur op de site van het schooltje toch ook zélf initiatief kan ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld serviceflats bouwen. „Dit is een denkpiste”, antwoordde de burgemeester, die vond dat Declercq toch wel erg voorbarige conclusies trok.

Maar daarmee was de kous nog niet af, want Geert Debergh (CD&V) had voor de raad nog een heel ‘chronologisch overzicht’ van het dossier voorbereid en wou dit nog even publiek debiteren. Daaruit bleek algauw dat hij een groot voorstander was van het originele project en met hem, althans zo liet hij toch verstaan, heel Westouter. Na zijn overzicht (waarin hij volgens schepen Geert Vandewynckel (VD&V) toch een paar belangrijke vergaderingen vergeten was) trok hij dan alle registers open en vertolkte het hevige ongeduld dat blijkbaar bij de bouwheer leeft, én de angst dat de verplichting er ook het schooltje bij te nemen hem zal doen afhaken. „De speeltijd moet nu voorbij zijn. Als het de verkeerde kant uitgaat, dan zullen de dagprijzen alleen maar hoger worden”, zo orakelde hij tot slot. Maar dat maakte op de burgemeester allemaal maar weinig indruk : „U kunt me toch niet vragen van vooruit te lopen op een beslissing die nog moet worden genomen ? Stop nu toch eens met te luisteren naar allerhande Indianenverhalen. De procedure moet gewoon haar gang gaan, en dat weten die mensen heus ook wel !” (JRE)

Uitgebreide versie in Krant van West-Vlaanderen (editie Het Wekelijks Nieuws West) van vrijdag 29 mei 2009.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier