Minister Vandenbroucke wil Nederlandstalige voorwaarde koppelen aan toegang tot lager onderwijs

Redactie KW

De wake van de zomervakantie is ingezet. Duizenden kinderen spelen vandaag weer een hoofdrol op hun speelplaats. Vlaams minister Frank Vandenbroucke (sp.a) kijkt er in elk geval naar uit. De heisa rond maximumfacturen en geannuleerde schooluitstappen laat hij niet aan zijn hart komen. “Gemiddeld krijgt elke school 65 % meer middelen per leerling dan vijf jaar geleden. Scholen die zeggen dat ze in financiële moeilijkheden zullen raken, klinken dus niet echt geloofwaardig.”

Wat wij ons al van op de schoolbanken afvragen, wat doet een minister van onderwijs op de eerste schooldag?

“Ik ben de hele dag in Turnhout. Om 8 uur ga ik samen met de minister van mobiliteit (Kathleen Van Brempt, sp.a) kijken naar wat in Turnhout gebeurt om kinderen veilig naar school te begeleiden. We willen weten of ons project waarbij we kinderen aanzetten om te voet of per fiets naar school te komen – en dat op een veilige manier – vruchten afwerpt.

Daarna ga ik enkele proeftuinen in Turnhout bezoeken waarbij een nieuwe aanpak uitgeprobeerd wordt. Zo loopt er een heel interessante proeftuin waarbij we kinderen met talent warm willen maken voor techniek. Ik ga ook bekijken wat een school in de praktijk gedaan heeft met de extra’s die we willen investeren in de uitrusting voor technisch en beroepsonderwijs. We zullen het ook hebben over de steun die de VDAB, die vaak over heel moderne installaties beschikt, kan bieden aan technische scholen.”

U lanceert vaak nieuwe initiatieven voor het onderwijs waarbij u graag samenwerkt met collega-ministers. Staan er dit schooljaar nog dergelijke vormen van samenwerking op het programma?

“Samenwerking met andere ministers of departementen is nodig. De samenleving verwacht namelijk heel veel van het onderwijs. Maar om aan de verwachtingen te voldoen, moet de samenleving het onderwijs kunnen helpen. Daarom pleit ik voor een breed bondgenootschap. Op het vlak van techniek in het onderwijs werk ik samen met minister Patricia Ceysens (Open VLD), voor projecten rond milieu en energiezuinigheid werk ik samen met minister Hilde Crevits (CD&V). Dit jaar zal ik de samenwerking met de minister van Welzijn (Steven Vanackere, CD&V) verder versterken.”

U wil dit schooljaar ook uw leerzorgkader – waarbij de grens tussen gewoon onderwijs en buitengewoon onderwijs vervaagt – verder introduceren.

“Dé vraag is hoe we kinderen met een bepaalde handicap zowel in het buitengewoon onderwijs als in het gewoon onderwijs het best kunnen helpen. Rond deze vraag woedt al tien jaar een discussie binnen het onderwijs. Ik wil knopen doorhakken. Sinds drie jaar ben ik hier heel intensief mee bezig. Ik zou samen met alle betrokkenen een consensus willen bereiken en ik ga er ook van uit dat het me zal lukken.

Je mag ook niet vergeten dat we nu met nieuwe soorten problemen worden geconfronteerd in het onderwijs, zoals autisme. Een aantal jaar geleden bestond autisme nog niet in de regelgeving. Hoe kunnen we kinderen met autisme best helpen? Wat kan het gewone onderwijs aan, en wanneer zijn ze aangewezen op buitengewoon onderwijs?”

Wat zeggen de onderwijsvakbonden van uw leerzorgkader?

“Ik hoop dat de vakbonden mij in deze visie volgen. Maar het is goed dat ze kritisch zijn. Ze vragen zich af of ik hier voldoende wil in investeren. Het is ook normaal dat ze deze vragen stellen. Dat betekent dat ook zij een goed en degelijk onderwijs voor ogen hebben.”

De maximumfactuur – het maximum bedrag dat scholen aan de ouders mogen aanrekenen in een schooljaar – ligt zwaar onder vuur. Houdt u voet bij stuk?

“We vragen aan de scholen om de kosten die ze aanrekenen aan de ouders onder controle te houden. We hadden de indruk dat sommige scholen echt duur werden en dat kan niet de bedoeling zijn. Scholen moeten openstaan voor iedereen.

Aan de andere kant moet je ook weten dat we per kind in de lagere school gemiddeld 65 % meer toename geven dan vijf jaar terug. Het gaat hier om een gemiddelde toename van 273 euro per leerling. Nu krijgt elke lagere school gemiddeld 695 euro per leerling per schooljaar. Vijf jaar terug was dat nog 422 euro. Met andere woorden, scholen krijgen een pak extra middelen. Scholen die zeggen dat ze niet uit de kosten zullen raken, klinken dus niet echt geloofwaardig. Scholen worden net rijker, niet armer. Maar sowieso plannen we tijdens het schooljaar nog een evaluatie rond de maximumfactuur.”

De laatste maanden was veel te doen rond Holocausteducatie naar aanleiding van de open brief van Patrick Dewael die aan u was gericht. Hij pleit ervoor om de Jodenvervolging in de eindtermen op te nemen. U kon hem daarin volgen. Gebeurt dat ook effectief dit schooljaar?

“Ik wil hier zelfs een hele stap verder in gaan. Zo zou ik in de eindtermen ‘herinneringseducatie’ willen laten opnemen. Aan de hand van dramatische gebeurtenissen uit het verleden blijkt het belang van ‘verdraagzaamheid’ en het gevaar van ‘racisme’. Op die manier maak je leerlingen gevoelig voor gevaren in de samenleving. Sowieso zal ook de Holocaust hierin opgenomen worden.

Aansluitend wil ik ook nog andere eindtermen aanpakken, zoals technologische kennis, maar ook de kennis van het Nederlands, Frans, Engels of Duits.”

Wanneer kunnen deze nieuwe eindtermen ingang vinden?

“Ik wil de eindtermen ten laatste in maart laten goedkeuren door het parlement en invoeren in september 2010. Scholen moeten de tijd krijgen om zich aan te passen.”

Na de karige medailleoogst van de voorbije Olympische Spelen werd ook met een beschuldigende vinger naar het onderwijs gewezen. Er zouden te weinig sportlessen zijn. Een Waals minister stelde zelfs voor de godsdienstlessen af te schaffen in het voordeel van de sport. Worden er dit schooljaar via het onderwijs meer inspanningen geleverd om jongeren aan te zetten tot bewegen?

“Het onderwijs kan zich niet aan die discussie onttrekken. Sport in school moet alle kinderen bereiken en doen bewegen. Maar daarmee heb je nog geen medailles. Het onderwijs moet kinderen met talent op het juiste spoor zetten. Ik zal aandachtig luisteren naar alle kritische opmerkingen vanuit de topsport. We moeten nadenken hoe we de sporttalenten het best kunnen begeleiden. Daarom ook werden de topsportscholen in het leven geroepen. Ik wil graag samen zitten met vertegenwoordigers van de topsportscholen, BLOSO en het BOIC om hierover verder te debatteren.”

Het arbeidsmarktrapport voorspelt tegen 2010 een tekort aan leerkrachten.

“In Vlaanderen zijn er in heel wat beroepen tekorten. Er treedt een ontgroening en vergrijzing op. De leerkrachttekorten in het onderwijs zijn niet dramatisch, maar ze baren me wel zorgen. We moeten nadenken over de manier waarop we jonge mensen kunnen aanzetten om leerkracht te worden. Ik nam al enkele initiatieven, maar er zijn nog meer initiatieven nodig. Zo is er nog een ‘stille arbeidsreserve’, mensen die naast hun hoofdberoep wel enkele uren les willen geven. Ik wil dat die mensen volwaardig betaald worden. Ook leerkrachten die enkele uren extra presteren om een zieke collega te vervangen, moeten steeds volwaardig betaald worden. Dat maakt het gemakkelijker om vervangers te vinden. Een andere maatregel situeert zich eerder in de kleuterscholen. Voor de instapklasjes kunnen kleuterscholen sinds dit schooljaar een beroep doen op kinderverzorgers als ze niet meteen een kleuterjuf vinden om de andere kleuterjuffen te ondersteunen.”

Een recente enquête van de Koning Boudewijnstichting wijst uit dat heel wat schooldirecties nog verder willen gaan in onderwijsvernieuwing en experimenten. Moet het onderwijs in Vlaanderen nog verder innovatief evolueren?

“Het onderwijs moet altijd in beweging zijn, maar wel op een bedachtzame manier. Dat is ook de grote uitdaging aan het onderwijs. Alles meteen ondersteboven gooien – zoals ze in Nederland gedaan hebben – is niet de juiste aanpak. Dat is ook de reden waarom ik graag met een proeftuin werk. Ons onderwijs is goed, maar we moeten steeds blijven vernieuwen.”

Werden de doelstellingen die vorig jaar werden uitgetekend naar aanleiding van het jaar van de kleuter behaald?

“Het jaar van de kleuter was slechts een begin. Mensen, ook ouders, onderschatten vaak het belang van het kleuteronderwijs. Het jaar van de kleuter werd in het leven geroepen om duidelijk te maken hoe belangrijk het kleuteronderwijs is. Er werden enkele nieuwe maatregelen genomen, maar ik wil er nog nemen om mensen ertoe aan te zetten hun kinderen naar het kleuteronderwijs te sturen. Een volgende maatregel die ik wil doorvoeren is dat kinderen die naar een lagere school gaan, minstens een jaar in een Nederlandstalige kleuterklas moeten gezeten hebben. We voorzien uiteraard uitzonderingen. Als een Belg na een langdurig verblijf uit het buitenland terugkeert met een tienjarig kind, gaan we die niet eerst kleuteronderwijs laten volgen. Het is dan aan het CLB om vast te stellen wie een inhaalprogramma Nederlands moet volgen.”

Heeft u het gevoel dat u als minister van onderwijs een stempel op het departement heeft kunnen drukken?

“De belangrijkste realisatie – niet van mij alleen – is de consensus die we hebben bereikt. Er is eensgezindheid over onze brandende ambitie om alle kinderen kwaliteitsvol onderwijs te bieden. Volgens mij is die brede consensus de grootste verdienste van deze regeerperiode.

De kloof tussen leerlingen die goed presteren op school en de leerlingen met slechte prestaties, is nergens groter dan in ons land. Die kloof moeten we kunnen dichten. Alle betrokkenen zijn het hier over eens. De neuzen staan volledig in dezelfde richting.”

Als sp.a het goed bij de Vlaamse verkiezingen op 7 juni 2009, blijft u dan op deze post?

Ik vind het nogal pretentieus om op voorhand al een post op te eisen voor mijn persoontje. Eigenlijk vind ik het logisch dat de Vlaamse socialisten het onderwijs verder zouden besturen. Onderwijs is een sociaal domein bij uitstek.” (maf)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier