Op natuurgebied de Blankaart in de IJzervallei overwinteren momenteel meer dan 80.000 vogels. Daartoe behoren onder andere 9.000 kieviten en 24.000 smienten, maar de meest opvallende zijn de 30.000 kolganzen.
Wie ‘s winters in de regio ganzen ziet overvliegen in typische V-vlucht, kan ook wel spreken over vriesganzen. Dat zijn ganzen die hier enkel in de winter in het wild voorkomen en gebruik maken van natte graslanden en moerasjes, zoals de kolgans, grauwe gans, rietgans en brandgans. Enkele soorten komen slechts in kleine aantallen voor.
Anderen, zoals de kolgans, zijn dan weer met duizenden aanwezig. Zijn naam is afkomstig vanwege een witte band, de kol, aan het einde van zijn snavel. Hun streeknaam luidde vroeger ook wel eens “Franse soldaten”, naar de gelijkenissen met de dwarsstrepen op hun uniform. Het grote aantal overwinterende ganzen in de IJzervallei komt sinds dertig jaar jaarlijks voor. Eerder was dat bijna niet het geval. De toename van het aantal vriesganzen in de kustregio en de IJzervallei is een gevolg van de stijging van het aantal broedpopulaties in het hoge noorden. Ook hun beschermde status en de voedselbeschikbaarheid in onze streken spelen een rol. Kolganzen zoeken hun voedsel graag in uitgestrekte graslanden waar water nabij is. Dat maakt de Blankaartvijver voor deze vogel de belangrijkste slaapplaats van de regio. De eersten komen in november en vertrekken in maart weer naar de toendra in Noord-Rusland.
(DV)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier