Bijna een kwart van de capaciteit van de mestverwerking blijft voorlopig onbenut. Dat blijkt uit cijfers van het Vlaams Coördinatiecentrum voor Mestverwerking (VCM).
Er werd vorig jaar iets meer mest verwerkt dan het jaar voordien, maar de capaciteit van mestverwerking is ook toegenomen. Er is in elk geval nog geen capaciteitsprobleem voor het verwerken van mest van varkens, rund- en pluimvee. Zo’n 23 procent van de capaciteit wordt niet gebruikt. Het grootste deel van die onbenutte capaciteit is te vinden in onze provincie. Dat is op zich niet zo verwonderlijk, want onze provincie telt ook het grootste aantal mestverwerkingsinstallaties.
Export van mest
Het nieuwe mestactieplan MAP 5 heeft de cijfers nog maar weinig beïnvloed. Het plan kwam pas in voege na het voorjaar van 2015, toen er al veel mest op de akkers werd uitgevoerd. Bovendien was het ook een uitzonderlijk droog jaar.
Er wordt vanuit Vlaanderen iets minder ruwe varkensmest uitgevoerd naar Nederland. Maar de export van pluimveemest is dan weer fors gestegen, met bijna één tiende. Voor verwerkte mestproducten is Frankrijk onze grootste afnemer, gevolgd door Nederland, waar de invoer van champignonsubstraat fors is gestegen. Naar Duitsland wordt er opvallend minder geëxporteerd.
VCM onderneemt acties om de export naar andere Europese landen te stimuleren. Zo vertrekt er eerstdaags een delegatie naar Polen.
(JG)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier