Twee derde van de Vlaamse legkippen zit nog altijd in een kooi

Redactie KW

Ondanks de populariteit van scharreleieren zit nog 63,3 procent van de Vlaamse kippen in een kooi. Dat zegt minister van Landbouw Joke Schauvliege maandag op vraag van Tinne Rombouts (CD&V).

In 2012 verbood Europa de klassieke kooien, waarin legkippen nauwelijks bewegingsruimte hadden. De landbouwers kregen de keuze om de dieren uitloop in open lucht te geven, te laten rondscharrelen in een stal of te houden in een zogenaamde verrijkte kooi. In die laatste hebben de kippen iets meer ruimte en de beschikking over onder meer een zitstok.

Twee jaar later blijkt dat de meeste landbouwers voor de verrijkte kooien hebben gekozen. In totaal 4.515.747 kippen, of 63,3 procent, brachten in 2014 op die manier hun dagen door. In 2011 zat 70,6 procent van de kippen in een kooi. De scharrelkippen zijn nu goed voor 27,7 procent van het totaal en 7,2 procent van de dieren heeft vrije uitloop. Biokippen vertegenwoordigen slechts 1,7 procent van het totaal.

Grootste bedrijven in onze provincie

Tinne Rombouts wijst erop dat alle systemen voor- en nadelen hebben. Zo hebben scharrelkippen meer bewegingsruimte, maar dat kan ook zorgen voor agressiviteit en breuken van vleugels en borstbeen. In verrijkte kooien is er minder uitval en is de stofconcentratie lager.

Het gemiddeld aantal kippen per bedrijf is in drie jaar tijd gevoelig toegenomen, van 33.359 tot 40.284. De grootste bedrijven staan in West-Vlaanderen, met gemiddeld 53.458 kippen per landbouwer, voornamelijk in verrijkte kooien. De noodzakelijke investeringen hebben geleid tot een schaalvergroting, besluit Rombouts.

(Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier