Staatssecretaris voor de Noordzee Philippe De Backer (Open Vld) vloog woensdag vanuit Oostende mee met een observatievliegtuig.
Tien procent van de gecontroleerde schepen op de Noordzee stoot te veel zwavel uit. Dat blijkt uit cijfers die opgemeten worden door het observatievliegtuig van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.
Sinds 1 januari 2015 gelden strengere, Europese normen voor het zwavelgehalte in de zware stookolie die gebruikt worden in zeeschepen. Zwaveldioxide is een van de belangrijkste oorzaken van verzuring en kan negatieve gevolgen hebben voor de luchtvervuiling.
Pionieren
België pioniert met een innovatieve installatie die het zwavelgehalte van schepen opmeet. Concreet vliegt het observatievliegtuig door de rook van een schip. Tien seconden later verschijnen de eerste resultaten. Als er een inbreuk vastgesteld wordt, wordt de scheepvaartpolitie en de haven waar aangemeerd wordt, ingelicht voor verder onderzoek.
De eerste test vond plaats in september 2015. Inmiddels zijn er al meer dan duizend schepen gecontroleerd. Tijdens een vliegdag kan het vliegtuig bijna een kwart van de aanwezige schepen controleren. Uit de metingen blijkt dat tien procent van de gecontroleerde schepen te veel zwavel uitstoot.
250 uren boven de Noordzee
“De beperking van zwaveluitstoot is belangrijk om de Noordzee leefbaar te houden. Dankzij de Europese normen zijn de regels voor het zwavelgehalte in zware stookolie voor iedereen hetzelfde”, zegt staatssecretaris De Backer. “Het is belangrijk dat ons land pionier is in de monitoring en controles van de uitstoot. Maar om de Europese regels te volgen, moeten rederijen en vissers natuurlijk investeren in nieuwe technologieën om de normen te halen. Er is lange tijd sprake geweest van een Europese financiële compensatie voor deze investeringen. Daarom zal ik de Europese Commissie een brief schrijven en aandringen om hier alsnog werk van te maken om de modernisering van onze vloot te ondersteunen”.
Het observatievliegtuig hangt jaarlijks 250 uren boven de Noordzee. “In de jaren ’90 controleerden we enkel op pollutie en lozingen. Nu meten we veel meer en kunnen we ingrijpen als een schip verkeerd vaart. We zijn uitgegroeid tot een maritiem observatieplatform”, zegt Ronny Schalier van de wetenschappelijke dienst Beheerseenheid Mathematisch Model van de Noordzee (BMM) van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.
(belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier