Schauvliege start procedure Landbouwrampenfonds op na uitzonderlijk droog voorjaar

© BELGA
Redactie KW

De droogte in het voorjaar van 2017 was uitzonderlijk. Dat blijkt uit een nieuwe analyse van het KMI. Vlaams minister van Landbouw Joke Schauvliege (CD&V) start de procedure voor het Vlaams Landbouwrampenfonds op. Landbouwers kunnen de geleden droogteschade doorgeven aan de gemeenten.

De landbouwsector dringt er al langer op aan dat de droogte van het voorjaar wordt erkend als landbouwramp. Maar volgens een eerdere analyse van het KMI was de periode tussen begin mei en midden juni niet uitzonderlijk droog. Zo kwam de droogte in die periode niet in aanmerking voor de erkenning als landbouwramp. Het KMI nam nu een iets ruimere periode onder de loep (1 april – 30 juni) en komt tot de conclusie dat er voor die bredere periode wél sprake is van een uitzonderlijke droogte. “De conclusie van het KMI, op basis van een terugkeerperiode van twintig jaar, luidt dat het in 150 Vlaamse gemeenten inderdaad om een uitzonderlijke situatie ging“, luidt het.

Melden aan gemeente

Daarom heeft minister Schauvliege de procedure opgestart voor de tussenkomst van het Vlaams Landbouwrampenfonds in de schade door de uitzonderlijke droogte in het voorjaar van 2017. Getroffen landbouwers kunnen hun schade melden aan hun gemeente. Die moeten dan de voorlopige schade en de oorzaak vaststellen. De Vlaamse regering legt vast voor welke gemeenten de schade wordt erkend. “De erkenning van een landbouwramp is pas mogelijk wanneer de totale schade hoger ligt dan 1,24 miljoen euro en wanneer de gemiddelde schade per dossier meer dan 5.580 euro bedraagt“, aldus minister Schauvliege. Bij de oogst moet de definitieve schade vastgesteld worden door de gemeentelijke commissies tot vaststelling van schade aan teelten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier