Het centrum en diverse wijken van Oostende hebben te kampen met overlast door bladluizen. Om die plaag in te dijken, worden maar liefst 13.500 larven van lieveheersbeestjes – in het Oostends dialect lieflijk pimpaljoentjes genoemd- op de schadelijke luizen losgelaten.
“We kregen signalen dat de bladluizen in het centrum, op de Vuurtorenwijk, de Konterdam en in het Westerkwartier lelijk huis hielden”, verduidelijkt bevoegd schepen Jean Vandecasteele. “Ze produceren een kleverig, suikerachtig goedje uit de bladeren van de bomen. Dat tast niet enkel de bladkruin aan, maar laat ook vuile sporen na op het trottoir en op geparkeerde auto’s. Aangezien wij geen chemische middelen meer gebruiken in de strijd tegen onkruid en ongedierte, zochten we een alternatieve manier om de plaag terug te dringen. Lieveheersbeestjes bleken de oplossing.”
Bank
“Eigenlijk zijn het de larven van de pimpaljoentjes – zo noemen wij die beestjes in Oostende – die we in 135 zakjes van elk 100 exemplaren in de bomen hangen”, vervolgt Vandecasteele. “Goed voor een leger van 13.500 lieveheersbeestjes en samen verslinden die per dag meer dan 1,3 miljoen bladluizen. Alleen al in het larvaal stadium eten ze in totaal zo’n 38 miljoen bladluizen op om zelf een volwassen groei te bereiken. De bomenploeg van de stedelijke dienst openbaar domein brengt nu de zakjes aan in de Voorhavenlaan, de Alfons Pieterslaan, de Oostendse Haarstraat, de Constant Permekelaan en de Verenigingsstraat”, aldus de schepen.
(Rio)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier