Onderzoek duidt 5 soorten aan die afhankelijk zijn van poldergraslanden (en wij zijn er bij!)

Redactie KW

Op 25 november loopt het openbaar onderzoek van de Vlaamse regering naar poldergraslanden af.


Bedoeling van het onderzoek was om een kaart op te stellen waarop alle historisch permanente poldergraslanden aangeduid zijn die beschermd moeten worden. De kaart is de levensverzekering van de poldergraslanden en hun bijzondere bewoners.

Voorgeschiedenis

Vanaf 1960 werden overal in Vlaanderen ruilverkavelingen uitgevoerd: waterlopen en sloten werden rechtgetrokken, gedempt en ingekokerd en met stuwen, pompgemalen en drainagesystemen werden de graslanden drooggepompt. Op grote schaal werden ze vervangen door maïsakkers en wintergraanvelden. Ook het landschap veranderde: industrie, wegenbouw, huisvesting en havenuitbreiding zetten het open landschap onder druk. Van de oorspronkelijke kustpolders is nog maar 30% in gebruik als grasland. De laatste tien jaar is één poldergrasland op tien omgeploegd en verdwenen. Voor de natuurorganisaties Natuurpunt, SOS Kustpolders en West-Vlaamse Milieufederatie moet elk poldergrasland dat nog rest (zo’n 10.000 hectare) beschermd worden. Dat wil zeggen dat de percelen die nu op de ontwerpkaart staan opgenomen worden in de definitieve kaart en dat er een verbod komt op het wijzigen van de vegetatie van deze percelen.

‘Regenwoud op kniehoogte’

De historisch permanente graslanden in de polderstreek worden wel eens een ‘regenwoud op kniehoogte’ genoemd. Terecht, want ze zijn van levensbelang voor het voortbestaan van heel wat dier- en plantensoorten en elke schakel in de keten van graslanden is belangrijk. In het drassige landschap met gras- en hooilanden, laantjes en poelen vinden weidevogels en overwinterende ganzen een leefgebied. Elk stukje leefgebied dat hier verdwijnt, kan een natuurramp betekenen, vijf soorten zijn er zelfs afhankelijk van voor hun voortbestaan.

1. Argusvlinder

De argusvlinder is een middelgrote dagvlinder van de familie van de zandogen. De bovenkant is oranje met een zwarte tekening en met zwarte oogvlekken. De afgelopen 10 jaar kelderde het aantal argusvlinders. Er zijn zelfs nog maar drie bastions in Vlaanderen waar je de vlinder kan zien: de kustpolders, het Antwerpse havengebied en de Maaskant. Het lot van deze prachtige vlindersoort is verbonden met het lot van de graslanden.

2. Otter

Met een kop-romplengte van 60 tot 95 cm is de otter de grootste van onze inheemse marterachtigen. Omstreeks 1965 kwam de otter nog overal in de kustpolders voor, tot 1980 was hij nog in de IJzervallei te vinden. De verslechtering van de waterkwaliteit en het verdwijnen van zijn leefgebied vormden de doodssteek voor de soort, die een sleutelrol vervult in het plaatselijke ecosysteem. De historisch permanente graslanden en hun waterlopen in de IJzervallei bieden veel potentie om de otter na 30 jaar afwezigheid weer te kunnen verwelkomen in Oost- en West-Vlaanderen. Voorwaarde is natuurlijk dat er voldoende leefgebied gevrijwaard blijft, en dat de otter hier schoon en visrijk water vindt.

3. Kleine rietgans

De kleine rietgans is een middelgrote gans met een korte snavel. Vooral de vluchten van duizenden kleine rietganzen in de wintermaanden zijn spectaculair. De kleine rietgans is een vertrouwde wintergast voor de kustpolders en een echte ‘ambassadeur’ voor de Oostkustpolders, waar een groot deel van de Spitsbergse populatie verblijft. Hier vindt deze soort een veilige haven met voldoende rust- en foerageerplaatsen. Dat is te danken aan de bescherming van dit stukje historisch permanent grasland, onder andere via Europese Life-middelen en beheerovereenkomsten met landbouw. Het succes van de kleine rietgans in de Oostkustpolders toont aan dat bescherming werkt, en dat de oppervlakte beschermd grasland moet uitbreiden.

4. Grutto

De baltsroep van de grutto klinkt met wat fantasie als ‘utto utto utto’. Tussen eind februari en juli vertoeft hij in onze contreien, de rest van het jaar brengt hij door in West-Afrika. De grutto is sterk bedreigd in Vlaanderen en alleen in gebieden met beschermde historisch permanente graslanden handhaaft de soort zich nog. De natte, reliëfrijke weilanden in de polderstreek vormen het laatste leefgebied voor deze bedreigde soort. Als de graslanden verdwijnen, verdwijnt deze iconische vogel.

5. … en de mens

Niet alleen de dieren, maar ook de mens is gebaat bij een betere bescherming van de poldergraslanden. Poldergraslanden vormen namelijk een natuurlijke buffer voor wateroverlast. Het omvormen van poldergraslanden naar maïs- of graanakkers zorgt dan ook voor een verminderde buffercapaciteit en zou de bewoners van de polderstreek in de toekomst in permanent overstromingsgevaar kunnen brengen.

De graslanden zijn nog op een andere manier belangrijk voor de toekomst van de menselijke bewoners van de streek: het unieke polderlandschap en het netwerk van wandel- en fietspaden vormt het jaar rond een trekpleister voor toeristen. De Uitkerkse Polder bij Blankenberge alleen al lokt 35.000 toeristen per jaar. Toeristen die de lokale horecazaken en B&B’s graag zien komen. Als dit polderlandschap zou verdwijnen, dreigen ook de toeristen te vertrekken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier