Het aanhoudend warme weer en het gebrek aan regen speelt de nog weinige tabaksboeren parten. “Tabak is een tropische plant maar heeft af en toe regen nodig”, aldus Antoon Deneut uit de Zandvoordestraat. “Die droogte is een ramp. Tout court. Te meer het einde nog niet in zicht is. Er zit geen ‘leven’ in de tabaksplanten. Vorig jaar was het ook droog maar niet zo droog als nu.”
“De tabaksplanten zijn niet goed uitgegroeid en zien er door de droge oogst niet mooi uit. Er is geen kwaliteit en ook geen kwantiteit. Moest het nu nog een periode gaan regenen, dan is het te laat. Door die ‘kokende’ grond valt alles dood. En de natuur heeft trouwens rare grillen want de bladeren en kastanjes vallen nu al van de bomen. Dat is normaliter pas in de herfst.”
Twee jaar geleden viel er uitzonderlijk veel regen. Een droog jaar is voor de tabakstelers altijd beter dan een nat. Op de boerderij Ter Daperinghe staat er bij Antoon Deneut en gewezen Tabaksfee Dorine Breyne iets meer dan een hectare tabak. “Begin mei begon ik te planten, anders is dat eind mei”, vertelt Antoon. “Het voorjaar was schitterend. Ondertussen is het wachten op de regen die er niet komt. Vroeger was de tabaksoogst binnen in september. Nu zal het nog augustus zijn. We moeten nog het topblad plukken. Dat is trouwens de laatste pluk. Het topblad was veel te vroeg rijp en groeit niet meer.”
“De boerenstiel is gedaan. Alleen de industriële landbouwbedrijven overleven.”
Van 400 naar amper 40 telers
Het Tabakssyndicaat zorgt voor voldoende afnemers om de tabak te verwerken. De tabaksboeren zijn afhankelijk van het quotum dat onder contract ligt. In de gloriejaren waren er in ons land maar liefst 400 tabakstelers, waarvan de meesten in onze regio. Nu zijn er tussen Poperinge-Vleteren en Lendelede-Moorslede nog amper een veertigtal tabakstelers. Er wordt ook nog wat tabak geteeld in Appelterre (Geraardsbergen) en de Semois. “Met veel zijn we niet meer”, mijmert Antoon. “De boerenstiel is gedaan. Alleen de industriële landbouwbedrijven overleven.”
De aanhoudende droogte heeft ondanks alles toch ook één voordeel. “Nog zo’n droog jaar en dan kunnen we leren uit onze fouten“, zegt Deneut. “De natuur kunnen we niks kwalijk nemen. Het water haal ik hier uit de grond, in een boorput twintig meter diep. Net voldoende om de tabaksplanten water te geven. Ik kocht dit jaar een nieuwe pomp aan. Er is meer dan zon genoeg. Voor een maximale opbrengst is het belangrijk om water te geven.”
Bij Antoon groeit Burley, de meest gebruikte handelstabak voor sigaretten. Met een rijk en zacht aroma en sterke megagrote planten. Iedere variëteit heeft zijn eigen smaak. De tabaksbladeren hangen nu te drogen in de serres. Later volgt dan de keuring van de tabak. Op basis van het aroma, de uniformiteit van de kleur, de elasticiteit van het blad en de brandbaarheid. De tabaksboeren weten dan wat hun oogst waard is.
(EB / Foto LV)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier