Comeback na ruim 35 jaar afwezigheid: de veldkrekel!

Foto Maarten Jacobs
Redactie KW

Voor het eerst in meer dan 35 jaar werden West-Vlaamse Veldkrekels ontdekt, in natuurgebied de Schobbejakshoogte nabij Sint-Kruis.

Het getjirp van de in België zeldzame krekel brengt wandelaars meteen in zuiderse sferen. De ontdekking doet de hoop stijgen dat zich in de toekomst populaties zullen vestigen in de kustprovincie.

Veldkrekels zijn prachtige creaturen: ze hebben rode achterdijen, een brede kop en iets lichtere voorvleugels met vooraan een gele vlek. De zwartglanzende diertjes kunnen groter worden dan twee centimeter. Maar ongetwijfeld het meest typische kenmerk is hun opvallende, luide zang. Hun getjirp doet je in een zuiderse sfeer wanen.

Veldkrekels zijn omnivoor, ze voeden zich dus zowel met plantaardig (grassen, Struikheide en Schapezuring) als dierlijk materiaal zoals kleine geleedpotigen. De volwassen dieren (imago’s) worden in ons land voornamelijk in mei, juni en juli waargenomen. Cruciaal voor het voorkomen van deze insecten zijn korte open vegetaties op warme, droge en poreuze bodem, gelegen in de volle zon. Typische habitats zijn heischrale graslanden, kapvlakten, heideterreinen en wegbermen.

De veldkrekel staat op de Vlaamse Rode Lijst geboekstaafd als zeldzaam. Het insect heeft gereduceerde vleugels (met uitzondering van de zeer zeldzame langvleugelige exemplaren) en kan dus niet vliegen. Het koloniseren van nieuwe gebieden moet al lopend gebeuren vanuit nabijgelegen populaties. Hierdoor is het herkoloniseren van gebieden niet eenvoudig. De veldkrekel komt momenteel in Vlaanderen voornamelijk in de Antwerpse en Limburgse Kempen voor, waar plaatselijk grote populaties te vinden zijn, en op enkele plaatsen in Wallonië. In de andere provincies komen verspreid nog wat kleine relictpopulaties voor.

De laatste waarneming van de veldkrekel in West-Vlaanderen dateerde van voor 1980

Tot het einde van de 18e eeuw vond je veel heides en open zandgronden in de zandstreek van West-Vlaanderen. De Veldkrekel was toen een vaker voorkomende soort. Maar door de intensivering van de landbouw en de omzetting van gebieden naar bos verdween en versnipperde dit habitat enorm. Hierdoor werd de soort teruggedrongen tot kleine en versnipperde populaties. De laatste waarneming van de veldkrekel in West-Vlaanderen dateerde van voor 1980. Toen kwam de soort enkel nog voor in de omgeving van Nieuwpoort en Brugge. Eind mei 2016 werd de soort na decennia van afwezigheid herontdekt in West-Vlaanderen, en dit in de Schobbejakshoogte nabij Sint-Kruis.

De Schobbejakshoogte is een relict van een vroegere landduinengordel met stuifzanden en begraasde heidevegetatie. Interessante soorten die er voorkomen zijn onder andere Liggende vleugeltjesbloem, Dwergviltkruid en het Schavertje, een soort sprinkhaan die buiten de Schobbejakshoogte slechts één populatie heeft in Vlaanderen, in een duingebied in de Panne.

Het gebied van zes hectare heeft dus in elk geval de geschikte leefomstandigheden voor de veldkrekel. Het blijft wel nog een raadsel hoe de dieren het gebied hebben geherkoloniseerd. Mogelijk gaat het om een kolonisatie vanuit de dichtstbijzijnde (grote) populatie, die bevindt zich in het Oost-Vlaamse Stekene (een 50-tal km van deze plaats), terwijl er in Sint-Martens-Latem (ten zuiden van Gent) ook een kleine populatie is (op een 30-tal km). Maar meer waarschijnlijk is dat zich in de buurt van de Schobbejakshoogte een onbekende populatie bevindt, van waaruit de herkolonisatie plaatsvond. Een derde optie die nog niet uitgesloten kan worden, is dat de dieren uitgezet zijn.

(Reinhardt Strubbe en Jorg Lambrechts, Natuurpunt)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier