Meisje van 19 treedt binnen in Kortemarks klooster

Redactie KW

De Zusters van Liefde in Kortemark hebben er een nieuw gezicht bij: heel recent is Svenja Bruyninckx, afkomstig uit Opwijk, ingetreden bij de kloosterorde. Amper 19 is ze, en tot voor enkele jaren was ze nog een onhandelbare tiener die rookte en alcohol dronk.

Svenja Bruyninckx was niet het makkelijkste tienermeisje uit Opwijk. Haar ouders hadden de handen vol aan haar en ook op school ging het de verkeerde kant uit. Om haar terug in het gareel te krijgen, stuurden ze haar op internaat bij de Zusters van Liefde in Kortemark. Onder de hoede van de kloosterlingen zou ze een opleiding tot zorgkundige kunnen volgen.

De rol van het toeval

Daar was het dat ze in de ban raakte van de kracht van het gebed. „Het gekke is dat het boekje met de gebeden bij mij telkens openviel op de bladzijde met gebeden over roeping”, vervolgt ze. „Eigenlijk is heel veel gebaseerd op toeval : voor hetzelfde geld was ik hier nooit in Kortemark terecht gekomen. Ik groeide niet op tussen diepgelovige mensen, maar werd er nu plots wel mee geconfronteerd.”

Svenja sloot zich aan bij een gebedsgroep voor jongeren en nam ook deel aan meeleefdagen met de zusters. En plots gebeurde dát, wat ze niet had zien aankomen. „We overnachtten toen ook effectief in het klooster”, blikt ze terug. „Het was mijn eerste of tweede nacht hier, en ik kon de slaap maar niet vatten. Ik vroeg me af wat me zo wakker hield. Plots voelde ik een stem diep in mijn binnenste : ‘Volg mij’. Het was de stem van de Heer, besefte ik, en ik ben in tranen uitgebarsten. Hoe kon dit nu ? Ik, die zo graag kinderen zie, die me als tiener al voorstellingen had gemaakt van hoe mijn gezinnetje er zou uitzien. Ik zou nu plots mijn leven ‘geven’ aan Hem ?”

Een liefje als protest

Door die plotse gebeurtenis begon het Svenja ook te dagen waarom ze haar vorige vriendje had laten zitten. „Tot dan toe had ik het eigenlijk nooit echt goed begrepen”, weet ze. „Mijn vriend was geen stoer machotype, maar een hele lieve, zachtaardige jongen. Een schat van een kerel, eigenlijk, maar mijn verliefdheid was overgegaan, hoe vreemd ik dat zelf ook vond. Het is pas veel later dat ik hem heb kunnen zeggen dat mijn roeping de oorzaak geweest zal zijn.”

“Toch heb ik na die stem van God nog een vriendje gehad, maar lang heeft die relatie niet stand gehouden – ik zeg ook altijd dat ik maar één echt vriendje heb gehad. Die kortstondige relatie met die andere jongen was eerder omdat ik me wilde verzetten, omdat ik aan hierboven wilde bewijzen dat ik écht wel niet voor het kloosterbestaan voorbestemd was. Maar al gauw zag ik in dat het zo niet werkte.”

(FJA)

Haar openhartige relaas is terug te vinden in de Krant van West-Vlaanderen (Weekbode Torhout) van vrijdag 10 september 2010.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier