Maurice Denecker schrijft kroniek van een paardenvisser

Redactie KW

De garnaalvissersgemeente Oostduinkerke telt onder haar inwoners heel veel kleurrijke volksfiguren. Over Jules Durant, de nog oudst levende paardenvisser en ereburger van de gemeente, verscheen van de hand van Jan Huyghe het boek ‘De Rosten Durang’. Op 12 oktober wordt om 18 uur in cc CasinoKoksijde, het boek voorgesteld van die andere legendarische paardenvisser en ereburger Maurice Denecker.

Het Nekkerse Dagboek telt zowat 416 bladzijden en beschrijft het boeiende verhaal van het soms eigenzinnige jochie dat zich van werkmens tot vrachtwagenbestuurder, zelfstandige, herbergier en garnaalvisser te paard opwerkte. Vooral in die laatste hoedanigheid wist Maurice Denecker (68) in de loop der jaren de harten te veroveren van vrienden, inwoners en toeristen. Een bijkomende verdienste van dit dagboek is dat het aspect garnaalvisserij te paard, het folkloristisch uithangbord van de gemeente Koksijde-Oostduinkerke bij uitstek, ruimschoots aan bod komt. Dit is bijzonder interessant voor de lokale geschiedschrijving. Die reden en nog andere maken van dit dagboek een monumentale verrijking van onze streekliteratuur.

Moeilijke jeugd

“Ik ging niet graag naar school, maar al van in mijn jeugdjaren schreef ik alles in een notitieboekje”, start Maurice Denecker zijn levensverhaal. “Op mijn dertiende had ik al genoeg gestudeerd en begon ik te werken bij een hovenier in Lombardsijde. Meteen voelde ik me vrijgevochten en kon op zaterdag en zondag naar de cinema. Ook daar had ik mijn schriftje bij de hand en schreef alles op wat er in de film gebeurde, tot de naam van de acteurs en scenarist toe. Anderzijds hoorde ik graag muziek en was ik op een bepaald ogenblik actief lid van drie harmonieën?: Veurne, Nieuwpoort en Oostduinkerke. De repetities zorgden ervoor dat ik ook ‘s avond vogelvrij was en al eens kon blijven hangen. Tussenin was ik vogelkweker en later werd ik een echte motorcrossfanaat.

Rosten Durang

“In een van de strips van Suske en Wiske verschijn ik ook als Nekker”, gaat Maurice verder. “Nekker is een soort borstel die de vissers in de mast van hun vissersboten aanbrengen om gevrijwaard te worden van onheil en slechte vangsten. Omdat ik Denecker heet, was de link vlug gelegd. In het boek geef ik ook een voorgeschiedenis van mijn familie vanaf de 16de eeuw. Een woordje uitleg hoe mijn vader Alberic en moeder Madeleine Hoedt zich in Wulpen kwamen vestigen. Een korte bespreking van de na-oorlogse periode, mijn schoolperiode in Wulpen bij onder meer meester Quaeghebeur.”

„Ik wilde visser worden, maar vader Briek had er geen oren naar”, weet Maurice nog. „Dan volgden de jaren ’50 toen ik in contact kwam… met de Rosten Durang. Hij woonde eveneens in Wulpen en verkocht paarden van het leger, smokkelde onder de ogen van de douaniers, bleef uit de klauwen van de Oostduinkerkse commissaris, maakte van slechte paarden goeie paarden, verkocht geitenbokken voor hertenvlees, viste garnalen op z’n Amerikaans, maar belandde ten slotte als eregast bij de koning en de paus. Ik was toen pas negen jaar oud, maar trok graag met hem op. Hij verhuurde paarden en ezels op het strand en met zijn paarden trok ik dan naar zee, zelfs met zeven paarden naast elkaar… dat we het verkeer belemmerden, daar trokken we ons niets van aan.”

(JD)

Uitgebreide versie in Krant van West-Vlaanderen (Editie Het Wekelijks Nieuws Kust) van vrijdag 3 september 2010

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier