Zes mensen die van het OCMW een leefloon ontvangen, zijn deze week aan de slag gegaan bij de Stedelijke Werkhuizen. Een eerste lichting, want tegen dat het volop lente is, wil de stad zo’n dertigtal leefloners op pad sturen om het openbaar domein netjes te houden.
„Ik vind het niet meer dan billijk dat mensen die van de gemeenschap een financiële steun krijgen, in ruil daarvoor iets terugdoen”, zo motiveert burgemeester Jean Vandecasteele de beslissing om – in afspraak met het Sociaal Huis – leefloners in te zetten bij het schoonmaken en proper houden van de stad. „Als het van mij afhangt, zouden eigenlijk ook de steuntrekkende werklozen mogen ingeschakeld worden. Maar goed, voor Vlaanderen is ons project een primeur en we hebben daarvoor 230.000 euro uitgetrokken. Dat is nodig om het verschil bij te passen tussen het leefloon en het minimumloon dat die arbeiders nu zullen krijgen.”
Grotere kans op werk
Om de juiste vaardigheden aan te leren wordt het eerste team van zes nu aan het werk gezet in het Maria-Hendrikapark. Het is de bedoeling dat zij later, in samenwerking met de reinigingsdienst en de groendienst, systematisch op de verschillende wijken actief zullen zijn. Volgens Franky De Block, voorzitter van het Sociaal Huis, werpen de volgehouden inspanningen om mensen via sociale tewerkstellingsprojecten weer volwaardig als actieve burgers te laten meedraaien wel degelijk hun vruchten af in Oostende. „Onze ervaringen zijn zeer positief. Een deel vindt zijn gading op de arbeidsmarkt als interimwerkkracht, een ander deel komt in het reguliere arbeidscircuit terecht. Enkel een klein aantal raakt niet uit de vicieuze cirkel… We hebben trouwens een stok achter de deur voor wie pertinente onwil tot werken betoont : het bijzonder comité van onze sociale dienst kan het uitbetalen van een leefloon om die reden stopzetten.”
(RL)
Meer in Krant van West-Vlaanderen (Editie De Zeewacht)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier