De land- en tuinbouw in onze provincie – samen met alle aanverwante sectoren – is goed voor zo’n 10 procent van de West-Vlaamse economie. Dat blijkt uit een studie in opdracht van de provincie West-Vlaanderen. Om die strategische positie te behouden en te versterken blijft de provincie ook de komende jaren investeren in deze belangrijke sector.
De economische impact van de land- en tuinbouw in onze provincie in kaart brengen, dat was de opdracht voor het West-Vlaams Economisch Studiebureau, kortweg WES. Want het economisch belang van de land- en tuinbouwsector in onze provincie rijkt verder dan de eigenlijke sector. Heel wat andere bedrijven hebben een directe of indirecte relatie met agrarische bedrijven.
De resultaten van de studie zijn gebaseerd op een grootschalige rondvraag bij duizend land- en tuinbouwbedrijven en nog eens 1500 niet- land en tuinbouwbedrijven. Die hele West-Vlaamse land- en tuinbouwsector, met alle indirecte leveranciers en verwerkers inbegrepen, is goed voor een omzet van acht miljoen euro.
Andere opvallende conclusie van de studie: zeven op tien van de West-Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven is gemengd. Meestal gaat het om een combinatie van akkerbouw en veeteelt. Maar het kan ook gaan om een andere nevenactiviteit zoals hoevetoerisme of het verkopen van.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier