Intercommunales, waarbij gemeenten zich verenigen, winnen steeds meer aan belang.
Dat zegt directeur Karel Debaere van de intercommunale Leiedal, aan de vooravond van zijn pensioen. Voor de man in de straat lijkt een intercommunale, waarbij gemeenten zich voor bepaalde dossiers verenigen, een vage instelling. Maar Zuid-West-Vlaanderen toont het tegendeel, zegt afscheidnemend directeur Karel Debaere van Leiedal. Een intercommunale kan volgens hem dicht bij de mensen staan. Getuige daarvan de realisatie van de Leieboorden in Kortrijk. ” Wij hebben 25 jaar geleden al een ontwerp gemaakt voor de Leie, dat een concept is. Dus niet zomaar een waterweg door de stad met hoge kaaimuren en zo”, zegt hij. We hebben geprobeerd om een infrastructuur om te draaien tot een plek voor de mensen. En ik denk dat we mogen zeggen dat dat gelukt is”.
Karel Debaere werkte 35 jaar bij Leiedal, waarvan de laatste twaalf jaar als algemeen directeur. Het verhaal van de intercommunales is volgens hem nog niet ten einde. “We moeten vaststellen dat gemeentebesturen zich steeds meer gaan samen zetten om bepaalde taken uit te voeren. In het gemeentebestuur heb je de nabijheid bij de mensen, maar ook een aantal taken die steeds moeilijker zijn om zelfstandig uit te voeren. En ik zie dat overal: intercommunales winnen nog aan sterkte”, besluit hij.
(J.V./A.D.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier