Johan Ostyn werkte mee aan brochure ‘Voor altijd mijn zus, mijn broer’

Redactie KW

Jongeren die sterven in het verkeer. Hun aantal is nog altijd veel te talrijk. Telkens is het een mokerslag voor de ouders, dat beseft iedereen. Maar de andere kinderen worden daarbij dikwijls vergeten, door de buitenwereld maar ook in het eigen gezin. „Ik klop mezelf ook op de borst”, zegt Johan Ostyn, wiens zoon Dries zes jaar geleden verongelukte.

Vier organisaties die zich bekommeren om de nabestaanden van overleden jongeren, hebben de handen in elkaar geslagen om een brochure uit te geven, waarin de aandacht gaat naar de omgang met broers en zussen van verkeersslachtoffers. Johan Ostyn bracht vanuit eigen ervaring ideeën aan voor de publicatie.

Zerk zelf gemaakt
Zes jaar geleden was het op 14 oktober dat de toen 19-jarige Dries Ostyn uit Beveren-Roeselare niet meer thuis kwam. Hij werkte voor een diepvriesgroentebedrijf in Zedelgem en had die avond nog enkele klanten bezocht. Onderweg naar huis kwam hij echter op E403 in Lichtervelde met zijn wagen om het leven in nog altijd onduidelijke omstandigheden.

Vader Johan werkt als steenhouwer-beeldhouwer in een dochterbedrijf van de Ingelmunsterse firma Monument in Zottegem. De grafzerk voor zijn zoon heeft hij eigenhandig gemaakt, de gedenksteen bij de plaats van het ongeval ook.

Gefixeerd
Dries was de oudste van drie?: zus Annelies was toen 17, Emily 11. Voor hen evenzeer als voor hun ouders begon dan een moeilijke periode. Johan?: „Ik kon het ongeval maar niet uit mijn hoofd zetten. Er waren vraagtekens, ik moest absoluut weten hoe het gebeurd was, hoe het was kunnen gebeuren. Hoewel er niet echt een schuldige kon worden aangeduid, wilde ik toch méér weten. Wel honderd keer heb ik de route van Dries overgedaan, soms in dezelfde weersomstandigheden.”

Johan beseft nu dat hij alleen nog daarop gefixeerd was. „Niets anders telde. Een jaar heeft dat geduurd. We hadden een advocaat voor het geval dat. Hij zei mij op zeker ogenblik?: ‘je zoekt iets wat er niet is, hou je met je gezin bezig’. Dan ben ik gaan inzien dat ik al die tijd te weinig aandacht had voor mijn vrouw, voor onze twee dochters.”

Positieve jongen„Het was een obsessie. Ik had dat nodig om het verlies van mijn zoon te verduwen”, zegt Johan. „Omdat ik vreesde in een zwart gat te vallen, ging ik dan contact zoeken met een zelfhulpgroep van ouders van overleden kinderen. Op de eerste vergadering van een praatgroep, zei een man mij dat ik vooral aan mijn andere kinderen moest denken. Hij had het zelf ervaren. Toch heb ik weer zijn woorden in de wind geslagen.”

Dries bleef in Johans hoofd spoken en dan stelde hij zich tot doel jongeren bewust te maken van de gevaren van het verkeer. „Dries was een positieve jongen en ik wilde dat zijn dood ook iets positiefs zou voortbrengen. Ik ben dan naar scholen getrokken om te getuigen. Je kon soms een speld horen vallen. Ik dacht bij mezelf?: ‘Dries zal content zijn dat zijn vader zich zo inzet’. Ik wilde ook een zelfhulpgroep beginnen specifiek voor ouders van verongelukte kinderen. Tot ik vernam dat die al bestond en toen heb ik mij daar geëngageerd.”

Voortaan ging Johans aandacht naar die OVK (Ouders van Verongelukte Kinderen), hij werd lid van het nationaal bestuur. Het werd bijna een parttime job… „Tot op zeker dag mijn dochters het mij in mijn gezicht zegden?: ‘het is hier alleen nog OVK dat telt?!’ Ik werd wakker geschud.”

Grafstukken maken
Intussen nam moeder Christine Demeulenaere een heel andere houding aan dan haar man?: „Net nadat het ongeval van Dries gebeurd was, passeerde daar een verpleegster. Zij had onmiddellijk gestopt om te zien of ze iets kon doen. Ze is bij Dries gekomen, heeft zijn polsslag gevoeld en voelde zijn hartslag afnemen… Ze heeft ons nadien opgezocht en alles verteld. Dat hij rustig was. Dat te weten, heeft mij gerustgesteld. Anders blijf je met die vragen zitten?: hoe stierf hij, heeft hij nog iets gezegd??”
Christine werkte toen in een bloemenzaak. Enkele weken later kwam 1 november. „Ik ben onmiddellijk weer gaan werken en op 1 november stond ik grafstukken te maken?! Dries was op en top een optimist. Daarom deed ik het én voor Annelies en Emily. Een klasgenote van hen had hetzelfde meegemaakt en haar mama had een depressie gekregen. Dat wilde ik niet. Ik zou het mezelf niet vergeven hebben als mijn dochters me zouden verwijten dat ik er niet was voor hen.”

Nadien is Christine wel van job veranderd, om er nog meer te zijn voor haar dochters?: „Ik werk nu in een zaak van gevriesdroogde bloemen zonder weekendwerk en zo ga ik nu elke zaterdag supporteren voor Emily die volleybal speelt bij Bevo. En om de veertien dagen is ons kleinkind bij ons. Daar ben ik nu heel gelukkig mee.”

Kleinkind
Dochters Annelies en Emily zijn nu 23 en 17 en Annelies is dit jaar getrouwd. Ze hebben een dochtertje van anderhalf, Axelle. „De beide zussen bleven het al die tijd moeilijk hebben om hun gevoelens te uiten. We dachten wel eens?: het wordt misschien anders als ze zelf eens kinderen krijgen. En inderdaad, sinds ze zelf moeder is, reageert Annelies al anders. Ze begrijpt nu ook wat het zou betekenen je kind te verliezen.”

„Nu we ons eerste kleinkind hebben, neemt dat het gemis niet weg maar het maakt veel goed. Kunnen wij na het verlies van Dries weer gelukkig zijn?? ‘Gelukkig zijn’ is niet het juiste woord, ‘ons goed voelen’, dat wel”, zegt Christine. „Ik kan tegen Dries babbelen, ik vraag dingen aan hem of ik zeg ‘s avonds?: dank je, het was een mooie dag vandaag. Echt plezier maken is moeilijk, maar op het trouwfeest van Annelies hebben we het toch gedaan. Dan denk ik?: ‘Dries zou het willen’. Ik trek me daaraan op. Ik geloof ook rotsvast dat Dries er nog ergens is. Johan niet. Hij zegt soms wat cru?: ‘Hij ligt tussen die vier planken, meer niet’. Voor mij is er wel méér. Ik verdiep me nu zelfs in het paranormale, lees er veel over. Sinds Dries er niet meer is, zijn er al meerdere voorvallen geweest waarvan ik zeker ben dat hij er voor iets tussen zit. Zijn lievelingsliedje plots op de radio, als ik er net aan dacht. Johan noemt het dan puur toeval, ik niet.”

Op een koord
Vader Johan weet nu ook dat hij het anders had moeten aanpakken?: „Ik had alle energie nodig om mezelf staande te houden. En als echtpaar is het ook enorm moeilijk. Je wordt prikkelbaar. Vroeger begrepen we niet dat koppels in zulke omstandigheden scheidden. Nu wel. Je loopt op een koord, je kunt er elk moment af vallen. Het is elke dag vechten. Gelukkig is onze relatie ijzersterk. Christine heeft mij rechtgehouden. Ik heb nu nog dalmomenten maar ik geraak er sneller uit. Onder andere dankzij ons kleinkind weten we nu dat er een toekomst is. We spreken ook niet meer van ‘ons leven mét Dries en zonder Dries’, maar van ‘ons leven met Dries vóór het ongeval en na het ongeval’.

(Tekst Noël Maes/foto Stefaan Beel)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier