Volgens het Niras zijn er maar twee mogelijkheden in ons land om langlevend kernafval ondergronds te bergen: in de Boomse kleilaag en in de Ieperse kleilaag. Toch hoeven ze zich in de streek van Ieper en in de Westhoek niet ongerust te maken: in de studie van het Niras wordt de Ieperiaanse kleilaag in het noordwesten van ons land als reservemogelijkheid genoemd. Onder andere ten noorden van Knokke.
De Ieperse kleilaag heeft voor verwarring gezocht. In een bericht over een persconferentie van het Nationaal Instituut voor Radioactief Kernafval (Niras) over de mogelijkheden in ons land om langlevend radioactief afval ondergronds te bergen, werden twee kleilagen genoemd die het afval het best konden bergen. Dat waren de Boomse klei en de Ieperse kleilaag.
Geen Ieper, geen Westhoek
De Ieperse kleilaag werd als een reservemogelijkheid voorgesteld. Die kleilaag wordt naar Ieper genoemd omdat ze daar aan de oppervlakte komt. Maar de kleilaag die het Niras op het oog heeft om het afval te bergen, bevindt zich in het noord-westen van ons land. In West-Vlaanderen gaat het, volgens de woordvoerster van het Niras, om de streek boven Knokke. ,,Ieper en omstreken komen dus helemaal niet in aanmerking voor dat soort opslag”‘, bevestigt de woordvoerster uitdrukkelijk.
Het Niras benadrukt nogmaals dat het om een principesbeslissing over de langetermijnopslag gaat, niet over de keuze van een locatie. De raad van bestuur van het Niras heeft de resultaten van het onderzoek naar de beste opties voor ondergrondse opslag goedgekeurd en bezorgt het dossier met het advies nu aan de regering.
(JG)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier