Re-enactment WOI neigt naar militarisme, interesse voor wapengekletter, en bewondering voor militaire tactiek

Pieter-Jan Breyne

In Het Wekelijks Nieuws West kruipt redacteur Pieter-Jan Breyne wekelijks in zijn pen voor een messcherp opiniestuk. Daarin fileert hij deze week vakkundig de stiel van het ‘re-enacten’, onder de titel ‘Papercut’.

“Re-enactment: de bizarre hobby kwam nooit eerder zo vaak in het nieuws. Het was eerste schepen van Ieper Jef Verschoore die de kat de bel aanbond. Niet alleen op de persconferentie van In Flanders Fields maandag maar ook op Toast Literair zondag haalde hij uit naar re-enacters. Het leek wel een… veldslag.”

“Eerst dit: lang niet alle ‘re-enacters’ gaan elkaar te lijf en spelen historische veldslagen na, er zijn er ook die meer vredelievende taferelen van vroeger uitbeelden. En een groot deel van het plezier bestaat er in zo geschiedkundig correct mogelijke kostuums, attributen en ja, ook wapens te vinden. Of zulke ‘figuranten’ taferelen uit WO I in Ieper mogen naspelen? Neen, als het aan schepen Verschoore en burgemeester Durnez ligt. Volgens hen zijn reënsceneringen nep en kunnen ze nooit de oorlogsgruwel van 100 jaar geleden tonen.”

Kantoorklerken met geweren

“En dat klopt natuurlijk. Volwassen mannen die soldaatje spelen: het getuigt niet meteen van goede smaak om dat hier en nu te doen, hoe maniakaal identiek hun uniformen en schietijzers ook zijn aan die van toen – historische correctheid moet niet worden verward met respect voor het verleden. Aan de andere kant: er kan mijns inziens nooit genoeg aandacht zijn voor de en onze geschiedenis, en daar kan ook ‘levende geschiedenis’ misschien wel deel van uitmaken.”

“Een zoektocht op het internet leert dat de meeste re-enacters er niet echt vervaarlijk uitzien, eerder kantoorklerken die en stoemelings een geweer in de hand kregen geduwd en zich wellicht sneller zouden snijden (papercut!) aan de handleiding van hun namaak-loopgraaf dan daadwerkelijk te sneuvelen in de modder. Inderdaad: ook 100 jaar geleden vochten er zulke jongens mee, tien op tien voor historische correctheid.”

“Het specifieke geval waarin veldslagen worden nagespeeld neigt echter naar militarisme, naar liefde of op zijn minst interesse voor wapengekletter, en naar bewondering voor militaire tactiek. Allemaal niet verboden, maar deze stad is door dat alles al eens verwoest geweest, het is dan ook begrijpelijk dat men een flauw doorslagje ervan liever niet ziet komen.”

Uit Krant van West-Vlaanderen, editie Het Wekelijks Nieuws West

>> Wat vindt u van het fenomeen? Kan het door de beugel, of niet? Uw stem laten horen kan hier