Al 16 Noordzeevondsten gemeld bij ontvanger cultureel erfgoed

Redactie KW

Op 1 juni zal het een jaar geleden zijn dat de gouverneur aangewezen werd als ontvanger van het cultureel erfgoed onder water.

Sinds 1 juni 2014 is de gouverneur van West-Vlaanderen aangewezen om als ontvanger van het cultureel erfgoed onder water op te treden. Vondsten in de territoriale zee en vondsten in de exclusieve economische zone of op het continentaal plat die zich ten minste honderd jaar onder water bevinden, moeten gemeld worden aan de ontvanger van het cultureel erfgoed onder water. Zo werd het bepaald door een wet van 4 april 2014, betreffende de bescherming van cultureel erfgoed onder water.

Een jaar na het in voege treden heeft de onvanger al zestien meldingen ontvangen. Intussen werden drie vondsten erkend als cultureel erfgoed onder water, nadat de federale regering in november 2013 de nieuwe wrakkenwet had goedgekeurd die de bescherming van cultureel erfgoed onder wat mogelijk maakt. Dat was het geval voor het lichtschip Westhinder en de torpedojager HMS Wakeful. Daar kwam later nog een scheepswrak dat voor de kust van Oostende ligt, bij. Momenteel loopt nog een onderzoek tot erkenning van een Duitse duikboot van het UB-I-type uit de Eerste Wereldoorlog.

De overige vondsten die werden gemeld, zijn nog in onderzoek. Om één jaar onderwater erfgoed in te huldigen, zal in het najaar een congres rond cultureel erfgoed onder water worden georganiseerd.

(BELGA)

>> Meer informatie op www.vondsteninzee.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier