30/10/1917 Britten bombarderen Roeselare

Redactie KW

Alfons Denys uit Roeselare noteert in zijn oorlogsdagboek: ‘Deze dag moet in vlammende letters op ons oorlogsdagboek neergeschreven worden. Welk een vreeselijk en afschuwelijke dag hebben wij beleefd!

Om 6 1/2 ure ‘s morgens begon het vervaarlijkste en angstwekkendste artillerievuur van alle kaliber los te donderen en hield onverpoosd, zonder een seconde rusttijd tot ‘s avonds om7 1/2 ure aan….Maar het slechtste moest nog komen. Niet zoodra had het trommelvuur aangevangen of de Engelschen begonnen een verwoed bombardement van al de wijken der stad in te zetten, met tusschenpozen van nu eens een halve minuut, dan eens 2 tot 3 minuten.

Vielen als slachtoffer van dit bombardement: Levrouw Valeer, 34 jaar, echtgenoot Van Slambrouck, gedood over den traveer, Ardoyestraat; Lepoutre Eveline, 24 jaar, echtgenoote Rabau, gedood over den traveer, Ardoyestraat; Cloet Benjamin, barreelwachter, op dienst aan den traveer, werd stukken van-een-gereten zoodat zijne stoffelijke overblijfsels niet konden teruggevonden worden. …Volgens onze nauwkeurige aanteekeningen moeten heden 83 tot 85 obussen, granaten en luchttorpedo’s op Rousselare neergekomen zijn.‘.

In Tielt vertrekt een trein met inwoners van de stad en de dorpen in de omgeving. Ze moeten vluchten naar de Kempen. De trein zit afgeladen vol en twee ‘Feldgendarmen’ begeleiden hen, want niemand mag de trein vroegtijdig verlaten. Nabij Gent wordt de trein door troepentransporten opgehouden. Het gevaarte moet zelfs omrijden via Roeselare en Kortrijk. In Roeselare zijn de treinvluchtelingen getuige van brandhaarden in de buurt van het station. Ook enkele obussen ontploffen tamelijk dichtbij, zodat sommigen vrezen dat hun laatste uur is geslagen. ‘s Anderendaags komen ze in Brussel aan en om middernacht arriveren ze eindelijk in Lommel. Iedereen heeft honger en dorst. In de Kempense gemeente worden ze hartelijk en gul ontvangen.