15/04/1917 Soldaat ACM-korps schrijft voor de laatste keer in zijn dagboek

Redactie KW

Blankenbergenaar Adhémar Derdyn schrijft voor de laatste maal in zijn oorlogsdagboek dat hij sinds 12 juli 1916 bijhoudt. Maurice is soldaat bij het ACM-korps dat vecht aan de zijde van het Russische leger.

Deze Belgische gevechtseenheid ‘Auto-Canons-Mitrailleuses’ is een elitekorps dat beschikt over geblindeerde bewapende auto’s. Dit korps is van geen nut aan het stabiele IJzerfront. Koning Albert steldt het ter beschikking van de tsaar, omdat de oorlog aan het Oostfront wel een bewegingsoorlog is. Naast Adhémar zijn ook Charles Wybauw, de broers Gaston en Marcel Gadeyne en Pierre De Pauw afkomstig uit Blankenberge. Ook zij behoren tot het ACM-korps dat zo’n 400 soldaten en 10 pantserauto’s telt. Ze raken betrokken bij de Russische Revolutie. Ze moeten een verbintenis tekenen om niet tegen de bolsjewieken te vechten. Het korps bekomt een trein waarmee ze van Kiev, dwars door Siberië, naar Vladivostok reizen. Hun resterende pantserauto’s moeten ze achterlaten. In mei 1918 komen ze met de ‘Sheridan’ aan in San Francisco. Ze worden ingeschakeld in de Amerikaanse oorlogspropaganda en worden er ontvangen als ‘Belgian heroes’. Het wordt een ware triomftocht door de VS met als klap op de vuurpijl een parade op ‘Fifth Avenue’ in New York. In juni 1918 ontschepen 336 ACM’ers in Bordeaux. Op 15 juli 1918 wordt het korps ontbonden. De soldaten worden bij voorkeur verspreid over niet-strijdende eenheden, …want het verblijf bij de bolsjewieken zou weleens het virus van een revolutie kunnen zijn.