05/08/1917 “Kerk van Rumbeke is in rouw”

Redactie KW

Pastoor Leopold Slosse van Rumbeke noteert in zijn oorlogsdagboek: “…zondag, over 21 jaar was onze kerke in vreugde: het was mijne installatie; nu is zij in rouw : zij ligt vol soldaten, die er wasschen en plasschen, barbieren, en van alles doen ; ja, doen is het woord.”

“Wij, wij verrichten onze diensten in den refter van ‘t klooster, en de menschen zitten alle kamers en gangen vol, en vervullen ook den binnenhof: zij zijn diep getroffen en zeer gestichtig. Geene Vespers; lof ten 4 oe; het is smachtend heet.”.

De dagorder van het Belgisch leger kondigt verscherpte censuur aan op de Frontblaadjes. De uitgevers moeten niet alleen de kopij bezorgen, maar ook een gedrukt exemplaar, vooraleer het blaadje mocht worden verspreid. ‘De Lendeledenaar’ kon zo vier maanden niet verschijnen. Lode De Boninge uit Wevelgem, brancardier en uitgever van ‘De Leiekerels’ verkrijgt uiteindelijk de toestemming om te verschijnen, ondanks het feit dat hij al twee nummers zonder de vereiste toestemming uitgaf. Brancardier Leopold Van den Bon, novice-scheutist en uitgever van “De Sysseelnaar” kreeg al in juli problemen met het toezicht. Het kost hem een week cachot. De Franstalige frontblaadjes hebben nauwelijks problemen met de censuur.