Xavier Lietaer runt een espressobar in Gent: “Roeselare was mij te braaf”

Frederik Jaques
Frederik Jaques Webredacteur

We treffen Xavier Lietaer (37) op een bankje voor zijn koffiehuis – sorry, espressobar – langs de Sint-Jacobsnieuwstraat in Gent, vlakbij onze pop-upredactie. Aan zijn accent hoor je alvast niet meer dat er een West-Vlaming naast je zit.

Niet onlogisch ook: Xavier woont bijna langer in Gent dan hij ooit in Roeselare heeft gewoond. “Na mijn humaniora wilde ik wijsgebeerte gaan studeren in Gent. Ik zocht mezelf een kot, besloot dat ik overdag zou werken en via een avondprogramma de lessen zou meepikken en… merkte toen dat die optie in Gent niet bestond (grijnst). Wél in Brussel en aangezien dat nu ook geen eeuwigheid van Gent vandaan is, behield ik er mijn kot en pendelde ik dagelijks op en af.”

Uiteindelijk zou hij toch nog in een compleet andere sector terecht komen: die van de verkoop. “Ik heb zo’n acht jaar als vertegenwoordiger en verkoper gewerkt, voor verschillende bedrijven. Voor een Nederlandse onderneming was ik bijvoorbeeld actief in Frankrijk. Maar het is veel tijd doorbrengen achter het stuur, en vijf jaar geleden heb ik dan ook beslist om een boekenwinkel te gaan runnen in Antwerpen. Daarnaast zat er ook een koffiebar, een fenomeen dat in Antwerpen toen al behoorlijk opmars maakte maar op welk vlak Gent nog ‘maagdelijk’ was. Zo ben ik 2,5 jaar geleden hier met mijn eigen espressobar Gustaf begonnen.”

Tussen de West-Vlamingen in Mariakerke

De echtgenote van Xavier is ook een Gentse en werkt voor Stad Gent, dat maakte zijn keuze om naar de Arteveldestad terug te keren om te werken een stuk makkelijker. “In de eerste jaren dat je hier als ‘jonge gast’ woont, maak je vrienden. Je bouwt een kennissenkring op en vindt het de max om samen van het leven in Gent te kunnen genieten”, vervolgt hij. “Maar dan komt er een kindje en wil je met je gezin toch wat meer ruimte hebben. Zoals zoveel uitgeweken West-Vlamingen zijn wij dan ook naar de stadsrand getrokken, we kochten een huis in Mariakerke. Ik denk dat de helft van de mensen in onze straat ook roots in West-Vlaanderen hebben.”

Een koffiebar: ook in Roeselare past zoiets, maar toch ziet Xavier zich daar niet gedijen. “Ik moet natuurlijk met twee woorden spreken: op dat moment kwam ik net van de schoolbanken en had ik het wel wat gezien met mijn thuisstad. Je wilt in die fase in je leven de wereld verkennen, eens elders gaan. Voor veel West-Vlamingen is Gent dan al ver genoeg, we moeten nu ook niet overdrijven (lacht). Voor mij was Roeselare tot dan altijd een beetje te braaf geweest. Een ondernemende stad, dat wel, en nog altijd – mijn ouders waren zelfstandigen en hadden een groothandel in specerijen en kruiden, en ook de ouders van al mijn vriendjes waren zelfstandige – maar met weinig culturele beleving. Ik ben het daar om één of andere manier een beetje ‘verloren’ en daarom ook weggetrokken. Maar dat had wellicht niet zozeer iets te maken met Roeselare op zich: ik had evenmin zin om dan naar Brugge of Kortrijk te trekken.”

(FJA – Foto FJA)