Professor Yves Haeck (De Panne): “België heeft nood aan nationaal mensenrechteninstituut”

Frederik Jaques
Frederik Jaques Webredacteur

Van Zuid-Afrika en Utrecht tot Spanje en Malta: overal is professor Yves Haeck wel een beetje thuis. Maar het hart van de professor mensenrechten, dat ligt nog altijd in De Panne. En bij moeders kookkunsten…

Yves Haeck is professor mensenrechten en grondwettelijk recht aan de Universiteit Gent, maar was tot voor kort ook docent mensenrechten aan de universiteit van Utrecht en geeft graag les en Zuid-Afrika en Latijns-Amerika. Een man van de wereld kortom, die die wereld vanuit De Panne begon te verkennen. “Eigenlijk moeten we voor het begin van het verhaal terug naar mijn jaren aan het humaniora. Ik kwam toen aan het College van Veurne terecht en daar werden ze voor het eerst geconfronteerd met leerlingen uit ‘die liberale kustgemeenten’. Het was geen perfect huwelijk… Daarom wilde ik na mijn middelbare studies sowieso iets anders en toen we bij een schoolreis Gent en het Gravensteen bezochten was ik meteen verkocht. Bovendien was Gent ook dichter dan Leuven en was er een rechtstreekse verbinding vanuit De Panne.”

“Ik werkte al als strandredder toen ik amper 15 jaar oud was”

Hij mag dan wel het merendeel van zijn tijd in de Arteveldestad wonen, toch blijft zijn domicilie nog in De Panne. “Mijn ouders, beiden voorbij de tachtig, wonen er ook alle twee, en ik keer graag naar huis terug. Vooral ook omdat ik noch mijn partner echte keukentalenten zijn en mijn moeder dat kan als de beste”, knipoogt hij. “Het is daarnaast ook leuk om lange wandelingen te gaan maken op het strand. Ik houd echt van de zee, ja. Ik heb mijn jeugdjaren aan het strand doorgebracht en heb ook altijd graag gezwommen, onder andere in clubverband in de zwemclub van Koksijde. Zo belandde ik uiteindelijk ook in een redderscursus en werd ik redder toen ik amper 15 jaar oud was. In mijn eerste seizoen moest ik al een paar keer mee uitrukken en haalde ik ‘een klein manneke’ uit het water. We moesten ook een woelige zee op, op zoek naar een surfer, die nergens meer te bespeuren was. We zagen op een bepaald moment zelfs de kust niet meer, het waren best bange momenten. Maar eind goed al goed, want de surfer, zich vastklampend aan zijn plank, spoelde later alsnog aan in het Franse Bray-Dunes.”

We werpen een blik op zijn curriculum vitae – en die blik heeft aardig wat werk om het allemaal te doorploegen – en bemerken dat Yves in 1992 licentiaat in de rechten werd en pas in 2007 doctor in de rechten. Een tijdsspanne van 15 jaar, da’s behoorlijk wat. “Na mijn eerste studies wilde ik nog ‘iets’ toevoegen. Mijn studieverblijf in het Spaanse Santander gedurende enkele maanden via Erasmus was al leerrijk geweest, maar ik wou daarna nog met mijn opgespaarde ‘reddersgeld’ naar Essex om mensenrechten te gaan studeren. Maar plots ving ik iets op over een project van Luc Huyse en Johan Vande Lanotte, waarvoor ze nog iemand zochten. Ik ging me presenteren en kon mee in hun verhaal.”

“We werkten rond administratieve rechtbanken. Best leuk, maar het was voor mij al bij al een projectje van zes maanden, dat meer dan waarschijnlijk relatief weinig weerklank zou krijgen in de politieke wereld. Daar kwam abrupt verandering in toen ik voor professor Brice De Ruyver ging werken en het tuchtrecht bij de politiediensten ging bestuderen, in de tijd dat die nog lekker met zijn drieën waren: de gemeentepolitie, de rijkswacht en de gerechtelijke politie. Net op dat moment werd Gent geconfronteerd met agenten binnen haar korps die niet altijd binnen de lijntjes kleurden en al eens in het ‘glazen straatje’ vertoefden. Prompt was mijn onderzoeksthema een hot item. De hele hetze zou leiden tot een vernieuwd tuchtrecht, waarvoor de top van de politie enkele experts samenriep om suggesties te doen. Ik schoof als jonkie ook mee aan tafel en kreeg op het einde van de bijeenkomst van de rijkswachttop te horen dat ze het knap vonden dat er ook studenten werden uitgenodigd om mee het debat aan te gaan”, lacht professor Haeck.

“De dwang om doctoraten af te leveren is aan onze universiteiten allesoverheersend geworden”

“Daarna volgde het ene project het andere op, telkens onderzoek op eerder korte termijn. Daardoor had ik nooit echt een project waarop ik mijn doctoraat kon maken”, legt Yves uit. “Maar eigenlijk vond ik dat niet eens zo erg, want het gaf mij de ruimte om de stiel te leren. De dwang om doctoraten af te leveren is aan onze universiteiten een beetje allesoverheersend geworden en dat vind ik een spijtige zaak. In het buitenland springt men daar toch anders mee om. Mijn partner vertoefde vorig jaar een jaar in Harvard en vertelde me na afloop dat er binnen haar dienst geen doctoraatsonderzoekers waren, maar dat ze daar wel veel onderzoek deden waarmee ze de maatschappij beter willen maken. Impact, impact, impact! Ik hoop dat we in de toekomst ook bij ons een kentering krijgen op dat vlak, al zie ik wel al wat lichtpuntjes.”

Een foto uit 2005, met Yves Haeck en Johan Vande Lanotte bij de voorstelling van hun boek 'Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens & het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de 21ste eeuw
Een foto uit 2005, met Yves Haeck en Johan Vande Lanotte bij de voorstelling van hun boek ‘Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens & het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de 21ste eeuw”.© BELGA

Uiteindelijk kwam dat doctoraat er tóch, rond recht op eigendom: in welke mate heeft een overheid het recht om je eigendom te beperken of af te nemen? Yves Haeck screende niet alleen zijn eigen continent, maar ook de andere, en ging over tot een vergelijkende studie. Nog op zijn actief: een turf van niet minder dan 2.800 bladzijden rond mensenrechten, in samenwerking opnieuw met Johan Vande Lanotte. Het is al jarenlang een standaardwerk bij advocaten en rechtbanken, en wordt momenteel geactualiseerd.

“Die studenten bewezen dat vreedzaam samenleven wel degelijk kan”

In zijn curriculum vallen ook Malta en Pretoria (Zuid-Afrika) op. Yves Haeck ging er mensenrechten doceren. “Mooie tijden”, glimlacht hij bij de herinnering. “Als gastdocent op het eiland Malta had ik een bijzonder heterogene groep voor me: ethnische Turken studeerden er samen met Koerden, Iraniërs met Irakezen, Libanezen en Palestijnen met Israëliërs… Tijdens de lessen kwam het meer dan eens tot erg pittige discussies, maar het was wel één hechte vriendengroep. Zij bewezen dat vreedzaam samenleven wel degelijk kan. Opmerkelijk was ook de locatie voor deze cursus: Malta, centraal in het Middellands Zeegebied, en dus ook op een soort van ‘neutraal terrein’. Het programma werd door de Europese Unie gesubsidieerd, maar zou uiteindelijk gekortwiekt worden toen Malta een lidstaat werd van de EU. Een foutieve keuze, is achteraf gebleken.”

Voor de ‘International Human Rights Academy’, waar hij hoofdorganisator van was, trok Yves Haeck dan weer naar het Zuid-Afrikaanse Kaapstad. Ook daar was hij gastdocent, in een samenwerking met partners uit Utrecht, Zuid-Afrika en de VS – met opnieuw Johan Vande Lanotte. Ze logeerden op Robbeneiland…, geen symbolischer plaats om over mensenrechten te doceren. “De Apartheid was afgeschaft, maar heel wat van de ex-gevangenen en hun bewakers bleven er gewoon op dat kleine lapje eiland wonen”, vertelt hij. “De ‘mansion’ van de gouverneur van het eiland en de vroegere gevangenis van Mandela, konden we inpalmen voor onze lessen en een deel van ons kon er ook logeren. Anderen sliepen dan weer in de huizen van de bewakers. Cassant detail: ik had het geluk over de kamer met het mooiste uitzicht te beschikken én was ook nog zo vooruitziend geweest om eigen badhanddoeken mee te nemen. De anderen moesten zich behelpen met ‘handdoekjes’ die niet veel groter waren dan een washandje, en er was alleen warm water voor wie echt vroeg op de been was”, lacht de professor. “Ach, het waren mooie tijden, met studenten van over de hele wereld én een uitstekend contact met de lokale bevolking. ‘s Avonds mochten we braai – barbecue dus – gaan eten en nadien werd er gedanst op Afrikaanse muziek.”

Professor Yves Haeck (De Panne):

Hoe het volgens hem intussen gesteld is met die mensenrechten in Europa, willen we nog weten. Ziet hij beterschap doorheen de jaren of worden de rechten tegenwoordig weer vaker met de voeten getreden? “Ik ga voorzichtig zijn. Er is hier en daar een positieve evolutie. Waar onze Europese mensenrechtenwaakhond, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, zich jaren geleden over hooguit één zaak per maand uit te spreken had, verwerkt het nu zo’n 40 tot 50.000 klachten per jaar. Advocaten kennen de weg naar Straatsburg en dienen vaak verzoekschriften in. En uitspraken waarbij staten worden veroordeeld, moeten vervolgens uitgevoerd worden. Dus slachtoffers van schendingen krijgen genoegdoening. Vaak wordt vervolgens de wet aangepast om toekomstige veroordelingen te vermijden en soms leidt zo’n veroordeling zelfs tot een aanpassing in de grondwet.”

“Turkije baart me momenteel veel zorgen”

“Maar tegelijk is er nog veel werk aan de winkel. Turkije baart me momenteel veel zorgen. Een noodtoestand leidt vaak tot excessen en ik ben er in ons land momenteel dan ook geen voorstander van. We hebben hier intussen een gevluchte Turkse onderzoeker, die zijn land verlaten heeft want zijn universiteit daar gesloten zag. We hopen voor hem hier nu een langduriger onderzoeksproject rond mensenrechten in de wacht te slepen.”

“Ook de discussie rond UNIA, het interfederaal gelijkekansencentrum, volg ik van nabij. Dat is op vandaag nog altijd geen nationaal mensenrechteninstituut, terwijl elke collega professor mensenrechten daar voorstander van is. België is één van de weinige landen die op dat vlak nog achterop hinkt en het wordt bij elke nieuwe regering opnieuw beloofd, maar het blijft uiteindelijk telkens weer dode letter. Terwijl zo’n nationaal centrum een veel bredere kijk op alle mensenrechten zou kunnen ontwikkelen dan UNIA nu heeft, en zodoende de discussie over gelijkheid en discriminatie grotendeels zou kunnen overstijgen. Als Staatssecretaris Demir dat zou bewerkstelligen, dan zou ze meer doen dan wat alle vorige regeringen niet konden. Dat zou toch prachtig zijn, niet?”

(Frederik Jaques)