“Ik wist niet wat een kapoote was”

Redactie KW

Marianne De Landsheer woont al ruim dertig jaar in Sint-Kruis en heeft in die tijdsspanne de West-Vlamingen in het algemeen en de Bruggelingen in het bijzonder goed leren kennen.

In tegenstelling met vele anderen heeft Marianne De Landsheer de man naar Brugge/Sint-Kruis gevolgd. “Dat was een logisch besluit want mijn echtgenoot, Fernand Druwel, had er een goedlopende zaak.”

“Ik ben geboren in Gent en bracht er een flink deel van mijn leven door. Toen ik op een dag bij een schoolkameraad van mijn vader op bezoek was, kwam daar Fernand binnengewandeld en we zijn elkaar (graag) blijven zien. Het mooiste geschenk dat ik van hem kreeg was in 1989 wanneer onze dochter Karen geboren is.”

“In Gent werkte ik voor een kledingketen en na mijn verhuis naar Sint-Kruis heb ik mijn overplaatsing gevraagd en gekregen.”

Bachten

“Al snel had ik door dat een beetje Brugs dialect kennen, wel nuttig was. Zo vroeg mij ooit een dame in de winkel om een ‘kapoote’. Ik moest dan stilletjes aan een collega vragen wat zij bedoelde. Het bleek een nachtjapon te zijn en dus niet wat ik in gedachten had! Een andere dame vroeg mij ooit om naar ‘bachten’ te gaan. Ik stuurde ze naar buiten want wist ik veel dat ze naar het toilet wou.” (lacht)

“Ondertussen heb ik de West-Vlamingen goed leren kennen. Je mag uiteraard nooit veralgemenen, maar mijn conclusie is toch dat ze nooit het achterste van hun tong laten horen. Gentenaars zijn veel directer en zeggen meestal wat er op hun lever ligt. Ook afgunst en geld spelen voor velen een rol en vaak draait het alleen daarrond. Als ze horen dat ik huisvrouw ben, krijg ik nu en dan toch de opmerking: ‘Gij zijt binnen zeker’ of ‘Je hebt een rijke man zeker’.”

Een masker op

“Brugge wordt wel eens het Venetië van het Noorden genoemd. Wel, net als in die stad, dragen sommige Bruggelingen ook vaak een masker, alleen zijn ze van een andere soort en moet het geen carnaval zijn om ze te dragen!”

“De vraag of ik ooit terug naar Gent wil. Iets in mij zegt van wel en dat ik er wil sterven. Maar dat mag nog wel even duren en als het zover is, maakt het niet veel uit want ik sta mijn lichaam toch aan de wetenschap af.”

(CW)