Het Gents Zakwoordenboek is geschreven door… een West-Vlaming

Freek Neirynck in zijn "Gentse gang" in Oostende. © Weymeis
Redactie KW

Je bent geen echte Gentenaar als je Freek Neirynck niet kent. Wie zijn carrière als auteur, journalist, regisseur en nog veel meer een beetje heeft gevolgd, is er van overtuigd dat het Gents hem met de paplepel is ingegeven. Niets is minder waar: Freek is een geboren Tieltenaar die sinds enige zijn tijd verdeelt tussen zijn geliefde Gent en Oostende.

“Het was de bedoeling dat ik op de keukentafel van de ouderlijke woning in Ruiselede zou worden geboren, maar ik was toen al iets te zwaar zodat de bevalling op 10 oktober 1949 in Tielt plaatsvond”, vertelt Freek honderduit. “Ik ben dus eigenlijk van Ruiselede maar lang heb ik er niet gewoond. Vader was loodgieter en omdat er na de Tweede Wereldoorlog in Gent heel veel werk was, verhuisden mijn ouders in 1950 naar de volkrijke buurt van de Brugse Poort.”

‘Boers’

“Ik herinner me dat ik op school om twee zaken werd uitgelachen. Allereerst omwille van mijn ros haar en ten tweede omdat ik ‘boers’ sprak. Het Gents was me inderdaad vreemd, maar dat zou niet lang duren. Alle Gentse woorden waarvan ik betekenis niet verstond, schreef ik op en op zondag ging naar de ‘sossenkant’ van de Brugse Poort om er uitleg te vragen.”

“Ik was nooit een erg brave jongen. Na het wijkschooltje doorlopen te hebben, trok in naar het Sint-Amandscollege, maar daar werd ik op een moment vriendelijk bedankt wegens onaangepast gedrag. Dan maar naar de normaalschool in Sint-Niklaas om er voor regent te studeren, maar twee maanden vooraleer ik mijn diploma zou halen, trok ik er vanonder. Ik trok naar Parijs, waar ik mei ’68 meemaakte, weliswaar niet op de barricaden. Daarna ging het naar Londen om tot slot bij de Provo’s in Amsterdam te belanden.”

Luk de Bruyker

“Steeds meer voelde ik me aangetrokken tot het toneel. Op elfjarige leeftijd schreef ik mijn eerste stuk. Het handelde over de Boerenkrijg en was toen al sociaal geëngageerd. In 1973 vroeg Gentenaar in hart en nieren Luk de Bruyker men om de regie van zijn stukken in het Marionettentheater Taptoe te verzorgen. Twee jaar later werd ik er acteur en vanaf 1978 stond ik in voor de artistieke leiding. Ik vervulde die functie tot 1978 en samen zorgden we ervoor dat we in 29 landen optraden.”

“Schrijven, regisseren en spelen: het stak me op een bepaald wat tegen, zeker het acteren. Ik koos daarom voor een nieuwe uitdaging, weliswaar niet fulltime. Ik verzorgde journalistiek werk voor De Vooruit, Knack, de VRT, de Wereldomroep, voor de KRO-gids en voor de Provinciale Zeeuwse Courant (PZC). Ik verzorgde ook de regie voor de Gentse Feesten, 800 jaar Gravensteen en nog vele meer.”

Gentse dialect

“Zo’n zes jaar geleden kreeg ik de liefde voor het Gentse dialect pas echt goed te pakken. Waarschijnlijk een late reactie omdat ze me vroeger voor mijn ‘boers’ uitlachten. Ik begon met causerieën over het Gents te geven en schreef mijn ‘kennis’ op in het Gents Zakwoordenboek en Gents Zegswijzenboek.”

“West-Vlaams heb ik echt nooit gesproken. Alleen met mijn moeder sprak ik Ruisleeds. Het kan en zal verbazen, maar voor mij is niet het Gents het mooiste dialect maar het Brussels. Op de tweede plaats komt het Gents en dan het Aalsters. Een dialect dat me sinds kort bijzonder boeit is het Oostends, zeker ik nu vrij geregeld in Oostende verblijf. Er is dus blijkbaar toch nog iets van mijn West-Vlaamse roots overgebleven.”

(Chris Weymeis)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier