“Getolereerd, maar niet geaccepteerd”

Redactie KW

Jaarlijks vestigen tientallen West-Vlamingen zich al dan niet definitief in Gent. Zeldzaam zijn zij die de omgekeerde beweging maken. Een ervan is de Brugse politiecommissaris Freddy Vervaet die bijna veertig jaar geleden zijn geboortestad Gent ruilde voor Sint-Michiels en Oostkamp.

“De reden waarom ik in Brugge ben terechtgekomen, is het bijna klassieke verhaal van man volgt vrouw. In de periode 1973-1976 studeerde ik aan de Koninklijke Rijkswachtschool in Brussel. Samen met een medestudent maakte ik geregeld een uitstap naar Antwerpen waar ik zijn zuster Bea Vande Cavey ontmoette die er studeerde.”

“In 1979 zijn we getrouwd en hebben we een tijdje in Sint-Michiels gewoond. Na drie jaar zijn we naar Oostkamp verhuisd. In de jaren die volgden ben ik gemuteerd van Brussel, waar ik als preventieofficier aan Via Securitas was verbonden, naar de rijkswachtbrigade in Drongen. In 1989 kwam ik definitief naar de rijkswachtkazerne aan de Predikherenrei in Brugge en werd ik na de samenvoeging van rijkswacht en politie commissaris in Zeebrugge.”

“Wat ik nooit heb geprobeerd, is het Brugse dialect aanleren. Een dialect krijg je immers mee met de paplepel. Ik ben een fiere Gentenaar en mijn tongval verraadt dat enigszins, maar echt Gents spreek ik pas in gezelschappen waar ik zeker ben dat ze mij verstaan (lacht)”.

Vrank en vrij

“Wat ik in de voorbije decennia heb geleerd is dat je als niet-Bruggeling wel wordt getolereerd, maar niet echt door Bruggelingen wordt geaccepteerd. Dat heeft misschien iets te maken met de aard van de Gentenaar. Die zegt vaak heel vrank en vrij zijn mening, soms met een licht sarcastische, spottende toon. Een Bruggeling daarentegen zal eerder zwijgen of in zijn schelp kruipen. Uiteraard zijn er aan beide kanten uitzonderingen.”

“Soms stel ik voor mezelf de vraag: ‘Zal ik altijd in Oostkamp/Brugge blijven of terugkeren naar Gent. Ik ben er zelf nog niet uit. Ik heb nog familie in Gent wonen en kom er nog vrij regelmatig. Anderzijds woon ik al bijna veertig jaar in het Brugse. De toekomst zal het wel uitwijzen … en ondertussen volg ik nog altijd mijn vrouw!”

(CW)