Gent: mijn eeuwige tweede thuis

© Shutterstock
Philippe Verhaest

Gent. De stad die voor eeuwig en altijd verbonden zal zijn met mijn (gouden) studentenjaren. De stad waar ik toch zo graag in verdwaal, maar tegelijk ook graag weer uit vertrek.

‘t Gentje. Zo noemden we de mooiste studentenstad van ons land. Een koosnaam die mijn affectie voor de Arteveldestad alle eer betuigt en tegelijk ook een joekel van een cliché belichaamt. Gent was – en is – een stad met de allures van een groot dorp.

Vier jaar lang heb ik er een studentenkot gehad. En jawel, af en toe heb ik er met mijn neus in de boeken gezeten. Mijn eerste kennismaking met de studentenbuurt was nogal overweldigend. Ik, een broekventje van 18 of 19 jaar dat was opgegroeid tussen de vlaskapelletjes van Ingelmunster en mijn middelbare schoolstad Waregem als dé referentie had, kwam terecht in een city that never sleeps. Of toch de buurt rond de Overpoort.

Het gevolg laat zich raden: dat eerste academiejaar haalde ik een zevendubbele master in cafétechnieken, maar op de echte hogeschoolbanken was het niet veel soeps. De jaren die daarna volgden, vond ik gelukkig een beter evenwicht tussen studies en studentikoze uitlatingen.

Kleine gezinswagen voor de horeca

Ik moet het niet verbergen, ik was dat soort student dat met volle teugen van de geneugten van het studentenleven genoot. Enkel het lidmaatschap van een studentenclub ontbreekt op mijn palmares. Dat soort verplichte plezier en bijhorende cantussen waren niet aan mij besteed.

“In Gent leerde ik het leven kennen. Maar het échte leven ligt in mijn thuisgemeente, met de voeten in de West-Vlaamse klei”

Waar ik indertijd wél warm voor liep: een stevig avond/nachtje stappen in de (T)Overpoort of de buurt van de Vlasmarkt. Soms laat ik lachend vallen dat ik er de lokale horeca met een kleine gezinswagen heb beloond, maar de waarheid zal er niet ver naast zitten… De weken dat ik op maandag al virtueel platzak was, ik heb ze nooit willen tellen.

Het is ondertussen een slordige tien jaar geleden dat ik de deur van mijn studentenkot boven de legendarische Superette Edwin in de Hofstraat achter me dicht trok, maar de herinneringen liggen nog vers in het geheugen.

Gent was de plek waar ik vrienden voor het leven heb gemaakt, waar ik mezelf uiteindelijk zelfdiscipline heb aangeleerd én het vak heb geleerd dat ik tot op vandaag met hart en ziel uitoefen.

Maar het was ook de plek waar legendarische avonden in café De Hoeve – in de Sint-Pietersnieuwstraat, voor de geografen onder u – resulteerden in een gigantisch zwart gat en de dagdisco’s voor een surreëel feestgedruis zorgden.

Trip ‘down memory lane’

En ook al zijn we een decennium verder, Gent zal altijd mijn eeuwige tweede thuis blijven. Ik ben er immers vier jaar lang vrijwel iedere weekdag ontwaakt (al dan niet in frisse toestand, dat geef ik graag toe). Elk bezoek voert me op een trip down memory lane. De Carlsbergboot rechtover de Decascoop, het Polé Polé-café in de Lammerstraat, de zomerse taferelen aan de boorden van de Leie op de Graslei of de geelgroene letters van Superette Edwin… Het bezorgt me keer op keer een warm gevoel. Maar kunnen de dames en heren beleidsmakers wel dat nieuwe circulatieplan afschaffen? Mijn interne Gentse gps is immers allesbehalve up to date.

Gent: mijn eeuwige tweede thuis
© Streetview

Maar hoe graag ik ook uren kuier en zelfs verdwaal in de stad van burgervader Daniël Termont, ik keer met evenveel plezier terug naar huis. Mijn Gentse jaren beschouw ik als de periode waarin ik het leven leerde kennen, waarin ik een stevige rugzak heb meegekregen.

“Ik, een broekventje dat tussen de vlaskapelletjes was opgegroeid, leerde plots een ‘city that never sleeps’ kennen”

Het échte leven, dat ligt in mijn thuisgemeente, met beide voeten stevig in de West-Vlaamse ‘klitte’. Maar mocht u me willen trakteren op een Gents neuzeke en een streekbier in het Bierhuis aan de Waterkant op de Groentenmarkt in Gent, dan hou ik u zeker niet tegen.

Nog dit: enkel mijn voetbalhart wist Gent niet te veroveren. Alle sympathie voor La Gantoise, ook al was het tijdens mijn jaren nog niks meer dan een simpele middenmoter. Mijn bloed gaat nog altijd sneller stromen voor Essevee. Een ‘afwijking’ die ik aan mijn middelbare schooltijd heb overgehouden…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier