“Excuseer, ik ben een Gentenaar die in Brugge woont”

De burgemeesters Patrick Moenaert en Daniël Termont openden in 2011 de 'Gentse ambassade in Brugge'. De ambassadeur Chris Weymeis staat links op de foto. © benny proot
Lieven Mathys
Lieven Mathys Community KW

“Excuseer, ik ben geen Bruggeling! Ik ben een Gentenaar die in Brugge woont”. Chris Weymeis mag dan al ruim 40 jaar in Brugge wonen en de stad beter kennen dan 99 procent van de geboren en getogen Bruggelingen, toch blijft hij Gentenaar. In de Breydelstad kennen ze hem dan ook als de ‘ambassadeur van Gent in Brugge’. Getuige het plakkaat aan de voorgevel van zijn huis dat de burgemeesters Patrick Moenaert en Daniël Termont begin 2010 onthulden.

Het was in de lente van 1973 toen Chris Weymeis als jonge twintiger met zijn Gentse bruid naar Brugge trokken.

“Het leek onzinnig, temeer omdat ik in Brussel werkte, maar dat was het niet. Ik deed er in Gent even lang over om aan het station te raken of van Brugge uit met de trein tot in Gent te raken. Hoewel we beiden Gentse roots hebben, had mijn vrouw familiebanden in Sint-Kruis (Brugge). Haar grootvader en enkele groottantes woonden er. Daarnaast had zij een stukje van haar jeugd in de gemeente doorgebracht en was het haar droom om in Sint-Kruis te wonen.”

En daar sta je dan, diep in het West-Vlaamse land.

In een stad die ik totaal niet kende. Maar de verhuis viel me niet zwaar. Ik ben kort na onze aankomst in Brugge een gidsencursus beginnen volgen. Gewoon om de stad te leren kennen, ik had geen ambitie om te gidsen. Maar na twee jaar cursus heb ik dan toch maar deelgenomen aan het examen en intussen ben ik al 40 jaar aan het gidsen (lacht).

Maar het bleef niet bij gidsen. Je had de microbe goed te pakken.

Ja, intussen heb ik al enkele boeken geschreven over Brugge gaande van de geschiedenis van de straten in de binnenstad tot fotoboeken met collega en radiomaker Nico Blontrock. Ik ben daarnaast ook lid van enkele historische verenigingen in Brugge en Gent.

Toeristen zien je wellicht als een inwoner van de Breydelstad. Maar hoe zat het met de Bruggeling zelf? Werd je geaccepteerd?

Nee. Dat duurt 10 tot 15 jaar vooraleer een Bruggeling je gaat aanvaarden als één van hen en dan nog.

Zit dat niet een beetje in onze West-Vlaams DNA? De kat uit de boom kijken.

Heel zeker. Ik denk dat een Gentenaar veel sneller nieuwelingen accepteert. Een Gentenaar gaat ook sneller zijn mening zeggen. Rechtuit. Een West-Vlaming zou al eerder eens achter de rug gaan roddelen.

Dat kan al eens botsen.

Ja, maar het grote voordeel is dat ik intussen Brugge goed ken. Niet alleen de gebouwen, ik ken ook veel mensen. Ik kan al eens meespreken ‘is dat niet de schoondochter van de broer van de beenhouwer’? Je weet wel hoe gesprekken onder stadsgenoten lopen (lacht). Bruggelingen horen wel aan mijn accent dat mijn roots niet in Brugge liggen maar ik kan wel over alles mee spreken. In die eerste contacten worstelt een Bruggeling altijd wel een beetje met mijn identiteit: ‘Ben jij nu eigenlijk een Bruggeling of een Gentenaar?’

Als je geen West-Vlaming bent, moet je het niet spreken. Het klinkt niet

Nochtans spreek je geen Gents.

Nee. Mijn vader is afkomstig van Aalst, mijn moeder uit het Meetjesland. Thuis spraken we dus een soort tussentaaltje dat dicht bij Algemeen Nederlands lag. Ik kan natuurlijk wel Gents spreken. Ik heb er ruim twee decennia gewoond. Je pikt heel wat op straat op, in school,… Maar ik spreek het niet echt. Soms vragen ze me om in Brugge te gidsen, in het Gents. Maar na drie , vier zinnen schakel ik eigenlijk al over naar Nederlands.

Je spreekt ook geen West-Vlaams?

Nee, ik begrijp het hoor en af en toe betrap ik mezelf erop dat er een West-Vlaamse klank in sluipt. Als je geen West-Vlaming bent, moet je het niet spreken. Het klinkt niet. Net zoals niet-Gentenaren Gents proberen spreken als ze horen dat ik er opgegroeid ben. Niet doen, het trekt er niet op. Dialect krijg je mee met de paplepel.

15 januari 2011: Chris Weymeis schrijft geschiedenis in Brugge.
15 januari 2011: Chris Weymeis schrijft geschiedenis in Brugge.© benny proot

Had je die eerste jaren problemen met het West-Vlaams?

Dat viel mee. Ik moet wel zeggen dat de West-Vlaming meer dan in andere provincies trouw aan zijn dialect blijft. Iedereen spreekt dialect. Zelfs de dokter sprak in de jaren ’70 West-Vlaams.

En je keurt dat af?

Ik heb niets tegen dialect maar ik vind dat je toch een vorm van Algemeen Nederlands moet beheersen. Zo begrijpt een buitenstaander ook iets van wat je zegt.

Gesproken als een echte ‘ambassadeur van Gent in Brugge’ , want dat ben je toch? De burgemeesters Patrick Moenaert en Daniël Termont onthulden enkele jaren geleden nog het plakkaat aan je voorgevel: ‘Pion van de Gentsche Sosseteit’ voor West-Vlaanderen.

Ja, al lachend noemen ze me dus de ‘ambassadeur van Gent’. De Gentsche Sosseteit ijvert voor de Gentse taal en kende oorspronkelijk enkel ‘pionnen’ in het buitenland. Sinds enkele jaren hebben ze dus ook in iedere provincie een ‘pion’. Daarnaast heb ik samen met politiecommissaris Freddy Vervaet in Brugge de ‘Stroppensosseteit’ opgericht.

Je zou voor minder een identiteitscrisis krijgen. Na vier decennia in Brugge, voel je je dan meer Bruggeling dan Gentenaar?

Als iemand me aanspreekt als Bruggeling, corrigeer ik die meteen. Excuseer, ik ben geen Bruggeling! Ik ben een Gentenaar die in Brugge woont. Ik verloochen mijn afkomst niet.

Gent is dubbel zo groot als Brugge. Los van de grootte van de stad leeft de gedachte dat Gent meer lééft dan Brugge. Als ik in Gent rondloop, voel ik de vibes van een grootstad. Dat gevoel dat er om iedere hoek van de straat een portie opwinding ligt te wachten.

Een Gentenaar heeft nog meer dat feesten in zich, is uitbundiger. Een West-Vlaming is eerder teruggetrokken. Gent is ook een meer multiculturele stad. Sinds de jaren ’60 wonen er heel wat Turken in de stad. Hun cultuur is ook meer buitenshuis gericht. Kinderen spelen op straat, mannen slaan een babbel op de hoek van de straat… Dat brengt leven in de brouwerij. Dat is een groot voordeel voor de stad, voor de samenleving tout court.

Wat is het grootste verschil tussen Brugge en Gent als stad?

Gent is rijker dan Brugge qua aanbod op het vlak van parken, open ruimte, cultuur, architectuur… Maar daartegenover staat dat Brugge mooier is als stad, er is nog een eenheid. Het is een mooi geheel dat omwald is. In Gent is die omwalling volledig weg. Ze hebben in de loop der jaren ook de stad in stukken gereten voor de aanleg van grote lanen. Zelfs hele volkswijken moesten plaats ruimen, denk maar aan de site tussen het Sint-Baafs en de Sint-Niklaaskerk waar de stadshal staat: vroeger was daar een volkswijk.

Maar soms is dat natuurlijk wel nodig. Brugge kent geen achterbuurten zoals er nog zijn in Gent, waar hele blokken dichtgetimmerd zijn. Maar de stad is de jongste 20 jaar aan een doorgedreven reconversie bezig van oude wijken.

Je spreekt duidelijk met veel passie over je geboortestad. Zal je je oude dag er slijten?

Terugkeren naar Gent? Nee, mijn sociaal leven ligt hier. Als ik hier buiten kom, loop ik snel iemand tegen het lijf die ik ken. En zo heb ik het graag.

Ge zit welgekommn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier