Als je iets mispeutert in Gent, krijg je met deze West-Vlaming te maken

Johan Sabbe: " 'Doe wel en zie niet om', zei mijn oma altijd. En zo is het ook." © Lawrence Schoonbroodt
Laurens Kindt

“West-Vlamingen kampen met een minderwaardigheidsgevoel als ze buiten de provincie komen. Ze denken dat ze zich moeten bewijzen. Niet door een grote mond op te zetten, maar door hard te werken.” Met die filosofie schopte Johan Sabbe (57) het vanuit Avelgem tot procureur des Konings van Oost-Vlaanderen. Wie in Gent dus iets mispeutert, krijgt met deze West-Vlaming te maken.

Het stond in de sterren geschreven dat u in Oost-Vlaanderen zou belanden. Uw wieg stond namelijk in Avelgem, vlakbij de provinciegrens.

“Mijn vader was rijkswachter in Avelgem. Toen ik geboren werd in de materniteit in de Doornikstraat, woonden we zelfs nog in de kazerne. Zes jaar later verhuisden we naar de Leopoldstraat. Op mijn zestiende besloot ik om op internaat te gaan in het Sint-Jan-Berchmanscollege. Mijn vader was brigadecommandant geworden in Wakken. We verhuisden dus, maar ik wilde in Avelgem blijven, dicht bij mijn vrienden. Heel mijn sociaal leven speelde zich in Avelgem af, ik zat er ook in de Chiro.”

Typisch West-Vlaamse, katholieke roots dus. En toch trok u voor uw verdere studies naar de Rijksuniversiteit van Gent en niet naar de Kulak.

“Het vooruitzicht om na enkele jaren in Kortrijk naar Leuven te moeten, sprak me niet zo aan. Ik kende Gent als een stad met een open geest. Daar wilde ik naartoe. In 1977 ben ik er gestart in de Rechten, als kotstudent, aan de Vlaamse Kaai. Mijn kot droeg de naam Villa Bertha en het huis naast ons was een bordeel. Studeren was er niet altijd eenvoudig, met alle geluiden die uit dat huis en uit de buurt kwamen (lacht). Uitgaan deden we in de cafeetjes rond de Vooruit, om dan achteraf naar de Overpoort te trekken. Tijdens mijn studies ontmoette ik Greet. We besloten snel te trouwen. In mijn vierde jaar Rechten zijn we gehuwd. Een extreme student was ik niet, maar ik was er toch altijd door.”

Ik wilde de misdadigers pakken, niet de misdadigers of hun slachtoffers bijstaan

In 1982 was dat diploma Rechten binnen. Maar advocaat worden, was nooit uw plan.

“Ik wilde de misdadigers pakken, niet de misdadigers of hun slachtoffers bijstaan. Wellicht heeft dat met mijn vader te maken. Als kleine jongen hoorde ik hem al bezig over onderzoeken en strafbare zaken. Ik vond dat heel spannend. Even speelde ik met het idee om naar de Koninklijke Militaire School te trekken, maar ik droeg op 12-jarige leeftijd al een bril. En dus werd het Rechten. Mijn advocatenstage deed ik bij meester Noël Heffinck in Kortrijk, hij was gespecialiseerd in verkeerszaken. Elke maandagavond kreeg ik een stapel dossiers mee die ik dan in de politierechtbanken overal te lande moest gaan pleiten. Kosteloos. Enfin: op Nieuwjaar stak hij me dan 5000 Belgische frank toe, voor mijn nafte.” (lacht)

U had in die tijd een kantoor in Kooigem, maar u werkte toen ook al voor het parket?

“Klopt, tijdens mijn advocatenstage werkte ik meteen ook al twee dagen per week voor het parket van Kortrijk, eveneens kosteloos. Ik hoopte dan ook om in Kortrijk als gerechtelijk stagiair te kunnen beginnen, maar het werd uiteindelijk Veurne. Ik kende Veurne totaal niet. Toen ik het nieuws kreeg, sprongen mijn vrouw en ik in de auto en reden we naar Veurne. Om eens te zien hoe het er daar uitzag. Het bleek een klein parket te zijn, met amper vijf parketmagistraten. Maar ik was blij dat ik kon beginnen. We verhuisden naar Koksijde, waar in de loop der jaren onze zonen Stijn en Jonas geboren werden.”

Johan Sabbe over doping:
Johan Sabbe over doping: “Als je aan de top wil blijven, moet je mee. Zo simpel is het. Dat belet mij echter niet om te genieten van een mooie koers.”© Lawrence Schoonbroodt

Na twaalf jaar Veurne begon het opnieuw te kriebelen. U verhuisde naar Gent.

“Ik had in Veurne van alles gedaan, het was tijd voor iets anders. Vanuit Gent kreeg ik signalen dat er interesse was voor mij vanuit het parket-generaal, waar ik dan in 1997 gestart ben. Ik werd er verantwoordelijk voor de Gentse dossiers, maar kreeg er meteen ook alle zittingen rond hormonen bij. Logisch, want die problematiek leefde heel erg in de streek van Veurne, ik was er mee vertrouwd. Vanaf 2000 werd ik dan officieel de nieuwe nationale hormonenmagistraat.”

“Waarom lopen de koeien altijd mee als de koers passeert? Omdat ze de renners kennen van bij de dierenarts”. Dat grapje, dat hebben we aan Johan Sabbe te danken

Het is in die hoedanigheid dat het grote publiek Johan Sabbe leerde kennen. Hij was het die een werkstraf vroeg voor wielrenner Frank Vanden Broucke, nadat die met doping betrapt was. Het was ook onder zijn leiding dat de speurders ontdekten dat de producten die gebruikt werden in de vetmesterij en in de wielerwereld in feite dezelfde producten zijn. “Waarom lopen de koeien altijd mee als de koers passeert? – Omdat ze de renners kennen van bij de dierenarts”. Dat grapje, dat hebben we aan Johan Sabbe te danken.

Het wielerseizoen draait op volle toeren. Gelooft u dat de sport cleaner geworden is?

“Ik ben ooit eens naar een parlementaire hoorzitting geweest als hormonenmagistraat. Daar sprak ik met een advocaat die heel wat topsporters verdedigt. Die man zei me dat het eigenlijk bovenmenselijk is wat men vraagt van een atleet en dat 95 procent van zijn cliënteel in contact kwam met doping. Als je aan de top wil blijven, moet je mee. Zo simpel is het. Dat belet mij echter niet om te genieten van een mooie koers. Sportprestaties kunnen zo mooi zijn, alleen is het jammer dat er altijd die twijfel, die ‘flou artistique’ is.”

Sportprestaties kunnen zo mooi zijn, alleen is het jammer dat er altijd die twijfel, die ‘flou artistique’ is

In 2007 werd u de baas van het Gentse parket, zeven jaar later kreeg u er ook Dendermonde en Oudenaarde bij en werd u de eerste superprocureur van Oost-Vlaanderen. Ook de baas van de politie in Gent, Filip Rasschaert uit Zeebrugge, is een West-Vlaming. Dat kan geen toeval zijn.

“Ik denk het eerlijk gezegd wel. Al is het natuurlijk wel zo dat het in de aard van een West-Vlaming zit om zich wat minderwaardig te voelen. We denken vaak dat we ons sterker moeten profileren, ons harder moeten bewijzen dan anderen. Niet door overal een grote mond op te zetten, maar door hard te werken. ‘Doe wel en zie niet om’, zei mijn oma altijd. En zo is het ook. En dan wordt dat harde werk opgemerkt en levert dat vruchten op. Typisch voor West-Vlamingen.”

“Naast ons kot was een bordeel. Studeren was er niet altijd eenvoudig, met alle geluiden die uit dat huis en uit de buurt kwamen (lacht).”© Lawrence Schoonbroodt

We leven in een tijd waarin magistraten door politici zomaar ‘wereldvreemd’ genoemd worden. Een kwalijke evolutie?

“Absoluut. Er moet respect zijn voor de rechterlijke macht en vooral voor de onafhankelijk ervan. Onze wetgeving heeft zoveel veiligheidskleppen dat een eventuele wereldvreemde uitspraak meteen verholpen kan worden. Je kan altijd in beroep gaan. Justitie blijft mensenwerk en dus kunnen er fouten gebeuren.”

Fouten gebeuren sneller als mensen zich moeten opjagen. Ook bij de parketten heerst er een structureel personeelstekort.

“Dat is zo, al ziet de minister dat anders. Hij wil dat we werken met 87 procent van ons personeel en zien hoe dat loopt. Maar die 87 procent, dat is een nationaal gemiddelde. Sommige rechtbanken zitten aan 104 procent, anderen aan 60 procent. In Gent zitten we met amper 80% van ons personeel ook onder die 87 procent en moeten we roeien met de riemen die we hebben. Let op: ik denk dat we hetzelfde werk inderdaad met minder mensen kunnen doen maar dan moeten we het wel slimmer en efficiënter aanpakken. Eén voorbeeld is het digitaal dossier. Nu gebeurt elke handeling in een dossier met de hand en op papier. Dat is voorbijgestreefd. Als we dat allemaal automatisch in een digitaal dossier kunnen doen, gaat alles veel sneller. Justitie moet evolueren van de twintigste naar de eenentwintigste eeuw.”

U woont al lang in Gent. Roept West-Vlaanderen u nog vaak terug?

“Mijn zus woont in Avelgem, in ons ouderlijk huis en mijn broer woont in Wakken: de twee plaatsen van mijn jeugd. Bij hen ga ik nog vaak op bezoek. En de kust natuurlijk, vooral dan de streek rond De Panne en Koksijde. Als ik daar ben, voelt het echt als thuiskomen, waarschijnlijk omdat mijn kinderen er geboren zijn. De kust blijft toch een enorme aantrekkingskracht hebben. Een vriend zei me ooit dat hij niet aan de kust wil wonen omdat hij er dan nooit meer op bezoek kan gaan. Dat gevoel heb ik nu ook.”

Als je iets mispeutert in Gent, krijg je met deze West-Vlaming te maken
© Lawrence Schoonbroodt

West-Vlaanderen – Oost-Vlaanderen: 3/2

1. Gentse neuzekes of Diksmuidse babelutten? “Doe mij maar de babelutten, lekker!”

2. De kust of de Vlaamse Ardennen? “De kust, zonder twijfel.”

3. Het SMAK of het Groeninghe-museum? “Het SMAK!”

4. Waterzooi of tomaat-garnaal? “Toch maar de waterzooi.”

5. Brugse Zot of Gentse tripel? (snel) “Brugse Zot!”