Gemeenten zitten verveeld met de glasbollen. Ze staan te midden van afval, ze zijn een bron van lawaai, de schoonmaakbeurt kost geld. De bakken ondergronds stoppen, is duur. Fost Plus wil wel over een en ander praten. Dat schrijven De Standaard en Het Nieuwsblad vrijdag.
Het rijtje van gemeenten die klagen, is lang: Dilsen-Stokkem, Hulshout, Halle, Oostkamp, Aarschot, Ichtegem, Scherpenheuvel… Overal duikt wrevel over de rommel op. Voor veel gemeenten is de maat vol en zij schakelen over op ondergrondse containers. Maar de ondergrondse bakken zijn duurder.
De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) is niet gelukkig met de rol die Fost Plus speelt, de organisatie die namens de industrie instaat voor de selectieve inzameling en recyclage van het verpakkingsafval en ook de kosten draagt.
“De organisatie houdt vast aan de glasbollen omdat het het goedkoopste systeem is”, zegt Christof Delatter van de VVSG. “Voor de meerkosten van huis-aan-huisophaling noch voor ondergrondse bakken wil ze extra betalen. Fost Plus betaalt niet meer dan het equivalent van de glasbollen.”
“Wat het opruimen van het afval rond de bollen betreft, engageert Fost Plus zich voor één schoonmaakbeurt per week, meestal bij de lediging. Ze nemen alleen het glas mee dat eigenlijk in de bol hoorde. Voor alles wat er dan nog rondslingert, draaien de gemeentediensten op”, aldus Delatter.
William Vermeir, directeur operaties bij Fost Plus, noemt de kritiek grotendeels onterecht. “Ons bezwaar tegen huis-aan-huisophaling is dat de kleuren door elkaar gemengd raken. De markt vraagt om kleurgescheiden fracties. Van gemengd glas kun je geen wit meer maken”, aldus Vermeir.
Dat er een probleem van sluikstorten bestaat, wil Vermeir niet ontkennen. “Over de frequentie van de schoonmaakbeurt kan gepraat worden”, zegt hij. (Bron: Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier