De gemeenteraad bekrachtigde een overeenkomst tussen het stadsbestuur en de nv Vlaamse Visveiling. De nieuwe exploitant van de vismijn waarborgt een aanvoer van 45% van de vangsten van de Belgische vloot in Oostende.
Zoals bekend is de Oostendse vismijn overgenomen door de Zeebrugse Visveiling, die beide vismijnen nu exploiteert onder de noemer Vlaamse Visveiling. De gemeenteraad van Oostende keurde vrijdagavond een overeenkomst tussen het stadsbestuur en de nieuwe exploitant goed.
Opvallend is dat de Vlaamse Visveiling zich ertoe verbindt om 45% van het volledige jaarlijkse volume aan verse vis, week- en schaaldieren van de Belgische vloot in Oostende aan te voeren. Er wordt ook een financiële regeling getroffen voor het geval deze aanvoerwaarborg niet wordt nageleefd. ‘Per procent minder betalen ze 1 miljoen euro boete’, verduidelijkte Visserijschepen Yves Miroir. ‘Het is heel belangrijk voor Oostende dat die 45% gebetonneerd zit in de overeenkomst.’ De huidige aanvoer bedraagt zo’n 48%.
In de overeenkomst zijn ook opvallende bepalingen opgenomen omtrent het Visserijdok. Er bestaan plannen om dat dok gedeeltelijk te dempen. ‘Maar als het dok gedempt wordt, zal de daardoor bijkomende ruimte enkel gebruikt worden voor visserijgebonden activiteiten’, aldus Miroir. Ten laatste eind 2019 krijgt de Vlaamse Visveiling duidelijkheid over het al of niet dempen van het dok, zo staat ook nog in de overeenkomst.
(HH)
Uitgebreid verslag in Krant van West-Vlaanderen (editie De Zeewacht) van 3 december 2010.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier