De textielindustrie in Noord-Frankrijk is een belangrijk gegeven in de geschiedenis van de Leiestreek. De sociaal-artistieke theatergroep De Figuranten uit Menen werkte de afgelopen maanden een project uit met Franse en Belgische arbeiders, die de gloriedagen, maar ook de teloorgang van de sector meemaakten. Zij werden geïnterviewd, en daaruit ontstond een theaterstuk voor Fransen en Vlamingen. De première was afgelopen weekend, in Roubaix.
Aan de grens in Menen stonden de stakers klaar, om de bussen met Belgische arbeiders die wilden werken, tegen te houden. Maar de politie stond er ook, om de bussen te beschermen, en de doorgang te garanderen.
De industrietak waar de afgelopen decennia tienduizenden mensen uit Noord-Frankrijk en Zuid-West-Vlaanderen hun brood in verdienden, was de textielindustrie. Dat kan niet anders dan een schat aan verhalen opleveren, dachten ze bij De Figuranten. “Het stuk vertelt eigenlijk het verhaal van één familie”, zegt Nicolas Van Elslander van De Figuranten. “We volgen één iemand over twee eeuwen heen, van pakweg 1800 tot nu. En zo vertellen we de persoonlijke verhalen. Het stuk is namelijk gebaseerd op rechtstreekse getuigenissen van textielarbeiders”.
Tweetalig
Dat resulteerde in de tweetalige voorstelling Franco-Belge, die afgelopen weekend in première ging in Roubaix, niet toevallig in een leegstaande textielfabriek.
“We hebben er ook een boek van gemaakt, en er is een cd. We hebben samengewerkt met l’Orchestre International du Vétex, die hebben een originele soundtrack geschreven. En die is ook op een cd gezet”, zegt Nicolas Van Elslander. Franco-Belge is een internationale samenwerking tussen De Figuranten, muziekcentrum ARA en de toeristische dienst van Roubaix. De komende maanden gaat het stuk op tournee. (MD)
Meer nieuws vanavond op Focus-WTV vanaf 18u00.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier