Aan tafel bij Maud Bekaert en Peter Verhelst in Brugge: “Samen eten is altijd een feestje”

Peter Verhelst en Maud Bekaert proberen altijd samen aan tafel te schuiven. © LQ
Redactie KW

Deze week schuiven we aan tafel bij letterkapster Maud Bekaert en schrijver Peter Verhelst. De kinderen van Peter zijn dit weekend op bezoek bij het koppel en dat is altijd een reden om een lekker hapje te eten.

We schuiven aan tafel bij een creatief en kunstzinnig koppel. Maud Bekaert (41) is al jaren letterkapster en ook Peter Verhelst is geen onbekende. Hij heeft al meer dan 30 literaire werken op zijn palmares staan. Recent breidde hij zijn oeuvre uit met zijn nieuw boek Voor het vergeten.

“Als de kinderen van Peter op bezoek komen, is het sowieso feest. Dan eten we bijvoorbeeld sushi en drinken we daar graag een glaasje champagne bij. Nu Peter zijn boek is gepubliceerd, is dat een extra reden om te klinken!”

Peter en Maud zijn allebei afkomstig uit Brugge. “Peter heeft een lange tijd in Nazareth gewoond, maar is hier wel geboren. Ik ben ook in Brugge geboren en heb hier altijd gewoond. Ik studeerde letterbeeldhouwen in Brugge, aangevuld met heel veel verschillende ontwerp-opleidingen”, legt Maud uit.

Maud en Peter leerden elkaar kennen tijdens een kunstroute in Brugge. “We zijn elkaar tegen het lijf gelopen toen we beiden aan het werk waren. Ik was destijds curator van een kunstroute waar Peter een tekst voor schreef en op die manier leerden we elkaar kennen”, vertelt Maud. “Ondertussen zijn we tien jaar samen en wonen we een jaar of zes in de Sint-Claradreef. We wonen hier heel graag: het is een zeer rustige buurt en er valt veel licht binnen in het huis. Dat heeft ook te maken met de tuin die we hier hebben, dat is toch wel eerder uitzonderlijk in het centrum van Brugge“, zegt Peter.

levensgenieters

Maud, Peter en zijn kinderen zijn echte levensgenieters en eten heel graag. “Samen eten vinden wij sowieso belangrijk, het is een geestige manier om bij te praten. Wij gaan ook graag uit eten. Dat moet daarom niet duur zijn, hoor. Het draait niet alleen om het eten. Het is vooral de sfeer rond het eten dat we belangrijk vinden, zoals de potjes op tafel, gezellige muziek en het gesprek met de tafelgenoten. Dat maakt het altijd weer leuk om samen te eten. Dat voelt aan als een klein feestje, iedere keer weer”, vertelt Peter.

Maud is het enige ochtendmens thuis. “Heerlijk als ik de postbode de krant in de brievenbus hoor schuiven.” En ook al hebben Peter en zijn kinderen een ander ritme in het weekend, toch slagen ze erin om de zondagen samen te ontbijten. “De zondagen hebben we er de gewoonte van gemaakt om samen te brunchen. En in de week proberen Peter en ik om altijd samen aan tafel te schuiven. We werken ook beiden thuis, waardoor we zelf kunnen plannen wanneer er wordt gegeten.”

Ode aan het leven

Het leven is voor hen een feest, maar ze hebben ook al minder leuke momenten gekend. Peter verloor namelijk twee jaar geleden zijn moeder en ging toen door een zware periode. “Toen mijn moeder stierf, heb ik het heel moeilijk gehad. Het nieuwe boek gaat daar over, over rouwen en verdriet en hoe je dat verdriet kan omzetten in iets moois“, legt Peter uit.

Wat is je lievelingsgerecht?

“Het is een zwaar onderwerp, maar het boek is heel afwisselend en dat maakt het misschien wat luchtiger. Het is ook een ode aan het leven en dat overwint toch wel in het boek”, besluit Maud. “De couscous van mijn mama”, vertelt Maud. Peter gaat meteen akkoord. “Er was vroeger een Tunesiër in de Smedenstraat, de straat waar mijn grootmoeder woonde. En ik ging daar altijd met mijn grootmoeder en mijn ouders gaan eten. Ik herinner mij nog dat ik mee mocht kijken in de kookpotten van de Tunesiër. We zijn daar ongelooflijk veel geweest, altijd in familieverband om met iedereen samen te zijn. En voordat de man gestorven is, heeft hij dat recept aan mijn mama gegeven. Nu maakt mijn moeder altijd de couscous volgens dat recept. Het is ondertussen een echte traditie geworden dat we bij hen thuis gaan eten met de hele familie en dan steeds weer die couscous eten”, legt Maud uit.

Wat is je favoriete plekje?

“Wij hadden een lievelingsplekje, maar die plek is helaas verdwenen. We gingen altijd naar Heer Hallewijn op het Walplein in Brugge, maar de uitbaters zijn een tijdje geleden op pensioen gegaan. We belandden er vooral op onverwachtse momenten. Je kon er gezellig eten op het terras, of wanneer het koud was kon je binnen een lekker hapje eten en werd je verwarmd door de open haard. Er kwamen ook veel Bruggelingen en je werd er altijd hartelijk verwelkomd. Dat was nu eens een echte no-nonsense plek. Nu gaan we graag naar De Republiek. Het is mooi gerenoveerd en ze hebben er een lekkere lunch. Het is er aangenaam en de jonge mensen die er rondhangen zorgen voor een losse sfeer”, vertelt Peter.

Waarom hou je van Brugge?

“We gaan geregeld en graag wandelen in Brugge, hoofdzakelijk in de binnenstad. Tijdens zo’n wandeling kijken we vooral naar de oude huizen en de nieuwe huizen die erbij gekomen zijn. We genieten dan van de geschiedenis die je altijd ziet in Brugge, maar de nieuwe hippe plekjes spreken ons ook aan. Ook de afwisseling van drukte en rust in de stad vinden we aangenaam. In de zomer heb je echt het bruisende gevoel door de vele toeristen die hier komen. En in de winter wordt het dan net op tijd weer rustig in de stad”, stelt Maud. “Wij horen ook graag klassieke muziek en het is leuk als we in het Concertgebouw een opvoering kunnen meepikken, dat is een prachtig gebouw”, vult Peter aan.

Wat doe je dit weekend?

Om de twee weken komen de dochter en de zoon van Peter een weekend op bezoek in de Sint-Claradreef. Voor Peter en Maud is dat altijd een leuk weerzien en die momenten dat ze samen zijn, willen ze steeds vieren. “Ik ga met de dochter van Peter een dagje gaan ontspannen in een wellness. Om de twee maanden proberen we dat samen eens te doen. Dan praten we onder meer wat bij en lezen we een boekje. Het is er echt een oase van rust en soms vallen we zelfs gewoon in slaap”, lacht Maud.

“En ik ga met mijn zoon ook iets leuks doen. Misschien dat wij eens naar de Koekoek gaan in Oostende om een lekkere kip van ‘t spit te eten”, vertelt Peter. (LQ)