De aanwezigheid van kankerverwekkende pcb’s en dioxine wordt vanaf volgende week een jaar lang gemeten op de Belgisch-Franse grens in Menen, Wervik, Halluin en Bousbecque. Het door Europa gesubsidieerde grensoverschrijdende project “Aeropa”, moet de oorsprong van de vervuiling definitief blootleggen, zegt de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).
Op 11 plaatsen, 6 in Menen en Wervik en 5 in het Noord-Vlaamse Halluin en Bousbecque, wordt een jaar lang elke maand een filter geplaatst die het neervallend stof moet opvangen. In combinatie met de geregistreerde windrichting, hoopt de VMM uitsluitsel te krijgen van waar de verhoogde pcb- en dioxinewaarden afkomstig zijn.
De VMM meet in de regio van de grensgemeente Menen al jaren hoge concentraties van dioxines en PCB’s in neervallend stof. In 2008 en 2010 kwamen Noord-Fransen ook tot de vaststelling dat de verontreiniging niet stopt aan de grens.
“Ondanks de vele meetcampagnes kon nooit duidelijkheid geschept worden over de bronnen van deze verontreiniging”, aldus Philippe D’Hondt, afdelingshoofd Lucht, Milieu en Communicatie van de VMM. “We hebben een aantal vermoedens, maar willen met het onderzoek uitsluitsel krijgen.”
Mogelijk ligt bestaande industrie aan de basis, maar ook illegale activiteiten op de grens, zoals het verbranden van koperkabels, kan aan de oorzaak van de vervuiling liggen.
Aeropa kost 350.000 euro en wordt voor de helft door Europa gesubsidieerd.
(Belga)
Meer in Krant van West-Vlaanderen, editie De Weekbode Leie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier