“Probeer hier maar tafeltje te vinden in de weekends…”

Geert Vanderhaegen. (Foto a-HDV)
Redactie KW

West-Vlaanderen telde nooit meer restaurants en nooit zo weinig cafés, maar Waregem zou zijn Bourgondische zelve niet zijn mocht het niet tegen die trend ingaan. Vergeleken met beschikbare cijfers van acht jaar geleden is het cafébestand in onze stad zelfs lichtjes gestegen. Tussen 2014 en 2016 evolueerde het aantal volwaardige restaurants van 41 naar 60.

Dit artikel maakt deel uit van ons Dossier Horeca in West-Vlaanderen.

Wie de nieuwste versie van de culinaire gids Gault&Millau bekijkt, stelt vast dat Waregem hoge horecatoppen blijft scheren. De restaurants Berto (Waregem) en Castor (Beveren-Leie), elk een Michelinster rijk, halen een fameuze 16 op 20, Escabeche Tapas De Luxe (14) is een punt gestegen en Robuust en L’Improviste by David Selen maken in geen tijd na hun opening al hun opwachting in G&M.

“Waregem heeft op culinair vlak een sterke naam gekregen. Veel zakenmensen die naar ons restaurant komen, tafelen over heel België en wij krijgen vaak te horen dat we voor de grootsteden niet moeten onderdoen inzake kwaliteit. En dat geldt voor veel Waregemse restaurants”, vertelt Frederiek Vandenberghe van Hobo’s. “Restaurants uit dezelfde niche willen niet achterblijven voor elkaar en stuwen de anderen zo naar een hoger niveau”, meent Geert Vanderhaegen, voorzitter van Unizo Waregem.

Er is niet alleen de kwaliteit, ook met de kwantiteit en de diversiteit van het aanbod zit het meer dan snor. Van 2014 tot 2016 steeg het aantal zogenoemde ‘eetgelegenheden met volledige bediening’ van 41 naar 60. “En zowat alle niches zijn vertegenwoordigd”, meent schepen van Economie Kristof Chanterie (CD&V). “Behalve de sterrenzaken zijn de betere bistro’s en de klassieke restaurants sterk in aantal. Niet alleen in het centrum, ook in de deelgemeenten. We serveren Italiaanse, Griekse en Thaise keuken, hebben twee sushibars, een typisch tapasrestaurant, een Napolitaanse pizzeria…”

Mexicaan en Koreaan

“Ik zie nog mogelijkheden voor een Mexicaan en een Koreaan in onze stad”, meent Frederiek Vandenberghe, maar dat neigt al naar ‘detailkritiek’. “In Sint-Eloois-Vijve is er nu ook wereldkeuken onder de noemer ‘all you can eat'”, voegt Geert Vanderhaeghen nog toe. “Ongelooflijk veel aanbod dus, maar probeer in de weekends in veel van die zaken maar eens een tafeltje vrij te vinden.”

Kristof Chanterie verwijst naar het ondernemende en Bourgondische karakter van de Waregemnaar. Daar schuilt allicht ook de overlevingskracht van de Waregemse cafés en bars, tussen 2008 en 2016 zelfs nog in aantal gestegen van 59 tot 63. “We werken graag, maar drinken even graag eentje”, lacht de schepen. “Als uitbaters van een café het voor bekeken houden, betekent dat zelden het einde van die kroeg.”

“Heel anders is het bijvoorbeeld in onze buurgemeente Kruishoutem, waar het voor de cafébazen die nog weten te overleven bijna geen zin heeft om overdag te openen”, weet Geert Vanderhaegen. “Het verenigingsleven en de vele activiteiten in de stad houden onze cafés in het gareel. Als het een beetje goed weer is, vullen de terrassen in het centrum zich heel snel. We hebben ook een fenomeen als De Treffer, dat qua drankverbruik blijkbaar aan de top staat in Vlaanderen”, aldus nog de voorzitter van Unizo Waregem. Als dat geen ‘proost’ verdient!