Ondernemers en Kortrijk, het is een geslaagd huwelijk. Dat blijkt uit een studie die Voka-Kamer van Koophandel, uitvoerde. “Kortrijk is de beste van de vier West-Vlaamse centrumsteden en de tweede op Vlaams niveau”, aldus Veerle De Mey van Voka. “De ondernemers waarderen de inspanningen van het stadsbestuur.”
Van juni tot september organiseerde Voka Vlaanderen een grootschalige enquête bij de Vlaamse ondernemer. “We zijn op minder dan een jaar voor de verkiezingen en met Voka – Kamer van Koophandel West-Vlaanderen willen we de stem van de ondernemer laten horen”, zegt algemeen directeur Bert Mons. “De komende weken en maanden zullen we met Voka de resultaten bekend maken van drie enquêtes en analyses die we hebben laten uitvoeren: een financiële analyse, een studie over wat de kerntaken moeten zijn van een gemeente of stad en tot slot een bevraging bij onze ondernemers over hun perceptie van de werking van hun gemeentebestuur. Wat dat laatste betreft, werden ondernemers in 10 West-Vlaamse steden bevraagd. Wat is positief en waar zijn er werkpunten?”
“Kortrijk deed het uitstekend”, legt Veerle De Mey uit. Zij is directeur belangenbehartiging bij Voka West-Vlaanderen. “Het moet wat betreft tevredenheid enkel Waregem laten voorgaan in deze provincie en is dus de beste van de vier centrumsteden (Brugge, Oostende, en Roeselare zijn de andere drie, red.).”
Evolis
“We sneden acht thema’s aan, waarbij de ondernemers konden aangeven wat goed liep en waar er extra aandacht voor nodig was”, vervolgt Matthieu Marisse, verantwoordelijke belangenbehartiging voor Zuid- en Midden-West-Vlaanderen. “Daarbij wil ik benadrukken dat Voka positief wil blijven: we brengen de aandachtspunten of actiepunten aan, maar op een constructieve manier.”
Wat betreft talenten, ruimte om te ondernemen, mobiliteit en aantrekkelijke regio scoort Kortrijk bij ‘zijn’ ondernemers. Veerle De Mey: “De stad ondersteunt de Bedrijvencontactdagen en neemt ondersteunende maatregelen om de werkzaamheidsgraad te verhogen. Denk maar aan projecten van de Werkwinkel zoals ‘t Werkt of Jonk. De dienstverlening, die veelal digitaal gebeurt, wordt ook algemeen geapprecieerd. Wat mobiliteit betreft zijn er ook veel positieve punten: er is een duidelijke bewegwijzering naar bedrijventerreinen en er zijn vlotte fietsverbindingen naar de bedrijven, vrij goed dus. De ondernemers vragen wel om beter te communiceren over wegwerkzaamheden. Voka zal zich daar ook voor inspannen.”
“Kortrijk trekt investeringen aan. Kijk naar Evolis”
Uit de studie blijkt ook dat Kortrijk volgens de ondernemers een aantrekkelijk imago heeft en voldoende inzet op preventie en beveiliging. “De stad trekt investeringen aan kijk maar naar Evolis waar veel bedrijven bij komen en steunt internationale poorten. Er is hier een luchthaven, die opnieuw op volle toeren kan draaien, de Leie en het Kanaal Bossuit-Kortrijk worden aangepakt…”
“Er zijn hier ook genoeg verblijfsmogelijkheden voor buitenlandse werknemers die vaak met hun gezin naar hier komen. In die optiek werd enkele jaren geleden een internationale school opgestart in Gent. Voka West-Vlaanderen, stad Kortrijk en de Provincie West-Vlaanderen behoren tot de partners. Drie jaar geleden telde de school 30 leerlingen, nu zijn dat er zowat 100. Daarom wordt bekeken om een tweede afdeling op te starten. Het zou mooi zijn mochten we de uitbreiding van die school naar Kortrijk krijgen.”
Pestbelastingen
Aandachts- en actiepunten gaan vooral over belastingen en ruimte. “Veel ondernemers betalen veel belastingen”, aldus nog Veerle De Mey. “Soms worden die aanzien als pestbelastingen. Daarom pleit Voka ervoor dat de gemeenten telkens goed uitleggen waarom een belasting wordt geheven. Een taks op reclamedrukwerk, bijvoorbeeld, kan in het kader van een duurzaam beleid verantwoord worden in functie van het verminderen van de papierberg.”
“Qua ruimte is het zo dat de ondernemers in Kortrijk vragen om meer te overleggen bij investeringsplannen en vergunningsaanvragen“, besluit Matthieu Marisse. “In het verleden bleek al dat, als er voor het indienen van een dossier overlegd wordt tussen de stad en het bedrijf, er enkele zaken uitgeklaard worden. Daarnaast is er de vraag naar een vlot vergunningenbeleid, al beseft iedereen dat Kortrijk niet de enige speler is. Vaak moeten ook hogere overheden een oordeel vellen.”
Philippe De Veyt, ceo Lecot: “Niet altijd ruimte om uit te breiden”
Philippe De Veyt is ceo bij Lecot in Heule en ondervoorzitter van Voka Kortrijk. Hij beaamt dat stad Kortrijk goed werk levert.
“Het stadsbestuur doet veel inspanningen om van Kortrijk een aangename stad te maken”, vertelt hij. “Dat is belangrijk om jonge mensen aan te trekken en hen ervan te overtuigen om in Kortrijk te wonen. Ook de inspanningen om verder te kijken dan de stads- en zelfs landsgrenzen spreekt me aan: er is hier een lage werkloosheid en daardoor moeten veel bedrijven een beroep doen op buitenlandse medewerkers. Zij worden goed ontvangen in Kortrijk.”
Philippe De Veyt looft ook het ondernemersloket en de luisterbereidheid. “Als ondernemingen een probleem hebben, dan worden we gehoord en probeert de stad te helpen. Al kan niet alles opgelost worden. De ontsluiting van de R8, bijvoorbeeld, is nodig, maar Kortrijk is niet de enige partner in dit verhaal.”
Vooral wat ruimte betreft kan het volgens de enquête nog beter. “Er is niet altijd ruimte voor bedrijven om uit te breiden. Met Lecot ondervinden we dat aan den lijve: we kampen met een gebrek aan ruimte, maar er zijn geen uitbreidingsmogelijkheden. Op korte termijn zal Lecot echter Kortrijk niet verlaten.”
De ceo van Lecot wil het tot slot nog hebben over de belastingen. “Ik trap een open deur in als ik zeg dat ondernemers niet graag belastingen betalen (lachje). Maar het moet nu eenmaal. Meer duidelijkheid over wat er met dat geld gebeurt en inspraak over de besteding van het geld zouden een goede zaak zijn.”
Vincent Van Quickenborne: “Voorloper op vlak van digitalisering”
Kortrijks burgemeester Vincent Van Quickenborne (Open VLD) is blij met de erkenning van de ondernemers. “We zijn echt een voorloper als het gaat om technologie en digitalisering”, stelt hij. “Denk aan ons gratis meldpunt 1777 (60.000 meldingen per jaar), gratis wifi in de binnenstad, het stadhuis op afspraak, het digitale thuisloket (27.000 digitale documenten per jaar), het cameraschild tegen diefstallen en inbraken, het uniek ondernemersloket met accountmanagers in de Leiestraat…”
“We trekken ook investeerders aan. Evolis is bijna uitverkocht, Van Marcke investeert op LAR-Zuid en Vande Wiele in Marke, er is de nieuwe campus van Barco enzovoort. Dit alles gebeurt in samenwerking met Leiedal. Met Hangar K hebben we sinds een half jaar bovendien een cocreatiehub, de eerste in de provincie.”
De burgemeester beseft dat zijn stad ook voor uitdagingen staat. “Stad Kortrijk doet hard zijn best om alle vergunningen binnen tijd af te leveren maar onderschat de complexe Vlaamse regelgeving niet. Om nog beter samen te werken plannen we een digitale Kortrijk Spreekt op Toer bij de ondernemers in het voorjaar van 2018.”
Verblijfstaks
“De ondernemers vragen ook een vlottere communicatie. Dit gaat vooral over de besteding van onze inkomsten, in het bijzonder de verblijfstaks. Als stad zullen we beter moeten aangeven waarvoor we dit geld gebruiken. Voor de heropstart van ons MICE-gebeuren (meetings, incentives, conferenties, exposities, red.) in de regio, bijvoorbeeld. Dat moet resulteren in investeringen in toerisme met een groeiend aantal overnachtingen”, besluit Vincent Van Quickenborne.
Philippe De Veyt, ceo Lecot: “Niet altijd ruimte om uit te breiden”
Philippe De Veyt is ceo bij Lecot in Heule en ondervoorzitter van Voka Kortrijk. Hij beaamt dat stad Kortrijk goed werk levert.
“Het stadsbestuur doet veel inspanningen om van Kortrijk een aangename stad te maken”, vertelt hij. “Dat is belangrijk om jonge mensen aan te trekken en hen ervan te overtuigen om in Kortrijk te wonen. Ook de inspanningen om verder te kijken dan de stads- en zelfs landsgrenzen spreekt me aan: er is hier een lage werkloosheid en daardoor moeten veel bedrijven een beroep doen op buitenlandse medewerkers. Zij worden goed ontvangen in Kortrijk.”
Philippe De Veyt looft ook het ondernemersloket en de luisterbereidheid. “Als ondernemingen een probleem hebben, dan worden we gehoord en probeert de stad te helpen. Al kan niet alles opgelost worden. De ontsluiting van de R8, bijvoorbeeld, is nodig, maar Kortrijk is niet de enige partner in dit verhaal.”
Vooral wat ruimte betreft kan het volgens de enquête nog beter. “Er is niet altijd ruimte voor bedrijven om uit te breiden. Met Lecot ondervinden we dat aan den lijve: we kampen met een gebrek aan ruimte, maar er zijn geen uitbreidingsmogelijkheden. Op korte termijn zal Lecot echter Kortrijk niet verlaten.”
De ceo van Lecot wil het tot slot nog hebben over de belastingen. “Ik trap een open deur in als ik zeg dat ondernemers niet graag belastingen betalen (lachje). Maar het moet nu eenmaal. Meer duidelijkheid over wat er met dat geld gebeurt en inspraak over de besteding van het geld zouden een goede zaak zijn.”
Vincent Van Quickenborne: “Voorloper op vlak van digitalisering”
Kortrijks burgemeester Vincent Van Quickenborne (Open VLD) is blij met de erkenning van de ondernemers. “We zijn echt een voorloper als het gaat om technologie en digitalisering”, stelt hij. “Denk aan ons gratis meldpunt 1777 (60.000 meldingen per jaar), gratis wifi in de binnenstad, het stadhuis op afspraak, het digitale thuisloket (27.000 digitale documenten per jaar), het cameraschild tegen diefstallen en inbraken, het uniek ondernemersloket met accountmanagers in de Leiestraat…”
“We trekken ook investeerders aan. Evolis is bijna uitverkocht, Van Marcke investeert op LAR-Zuid en Vande Wiele in Marke, er is de nieuwe campus van Barco enzovoort. Dit alles gebeurt in samenwerking met Leiedal. Met Hangar K hebben we sinds een half jaar bovendien een cocreatiehub, de eerste in de provincie.”
De burgemeester beseft dat zijn stad ook voor uitdagingen staat. “Stad Kortrijk doet hard zijn best om alle vergunningen binnen tijd af te leveren maar onderschat de complexe Vlaamse regelgeving niet. Om nog beter samen te werken plannen we een digitale Kortrijk Spreekt op Toer bij de ondernemers in het voorjaar van 2018.”
Verblijfstaks
“De ondernemers vragen ook een vlottere communicatie. Dit gaat vooral over de besteding van onze inkomsten, in het bijzonder de verblijfstaks. Als stad zullen we beter moeten aangeven waarvoor we dit geld gebruiken. Voor de heropstart van ons MICE-gebeuren (meetings, incentives, conferenties, exposities, red.) in de regio, bijvoorbeeld. Dat moet resulteren in investeringen in toerisme met een groeiend aantal overnachtingen”, besluit Vincent Van Quickenborne.
Philippe De Veyt, ceo Lecot: “Niet altijd ruimte om uit te breiden”
Philippe De Veyt is ceo bij Lecot in Heule en ondervoorzitter van Voka Kortrijk. Hij beaamt dat stad Kortrijk goed werk levert.
“Het stadsbestuur doet veel inspanningen om van Kortrijk een aangename stad te maken”, vertelt hij. “Dat is belangrijk om jonge mensen aan te trekken en hen ervan te overtuigen om in Kortrijk te wonen. Ook de inspanningen om verder te kijken dan de stads- en zelfs landsgrenzen spreekt me aan: er is hier een lage werkloosheid en daardoor moeten veel bedrijven een beroep doen op buitenlandse medewerkers. Zij worden goed ontvangen in Kortrijk.”
Philippe De Veyt looft ook het ondernemersloket en de luisterbereidheid. “Als ondernemingen een probleem hebben, dan worden we gehoord en probeert de stad te helpen. Al kan niet alles opgelost worden. De ontsluiting van de R8, bijvoorbeeld, is nodig, maar Kortrijk is niet de enige partner in dit verhaal.”
Vooral wat ruimte betreft kan het volgens de enquête nog beter. “Er is niet altijd ruimte voor bedrijven om uit te breiden. Met Lecot ondervinden we dat aan den lijve: we kampen met een gebrek aan ruimte, maar er zijn geen uitbreidingsmogelijkheden. Op korte termijn zal Lecot echter Kortrijk niet verlaten.”
De ceo van Lecot wil het tot slot nog hebben over de belastingen. “Ik trap een open deur in als ik zeg dat ondernemers niet graag belastingen betalen (lachje). Maar het moet nu eenmaal. Meer duidelijkheid over wat er met dat geld gebeurt en inspraak over de besteding van het geld zouden een goede zaak zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier