Nooit zo veel restaurants, ondanks het rookverbod en de witte kassa

© Getty Images/iStockphoto
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

De vrees dat het rookverbod en de witte kassa’s de horecasector zouden doodknijpen, blijkt onterecht. West-Vlaanderen telde nooit eerder zo veel horecazaken als vandaag. Dat blijkt uit cijfers die Krant van West-Vlaanderen opvroeg bij Guidea, het kenniscentrum voor toerisme en horeca. Het aantal eetgelegenheden, cateringzaken en gastenkamers neemt toe, cafés en bars gaan wel sterk achteruit.

Deze reportage is het hoofdartikel van ons Dossier Horeca in West-Vlaanderen.

Gault&Millau, Bib Gourmand, Michelin… Alle ogen zijn weer gericht op onze horecazaken. Los van de persoonlijke scores en de sterren is er goed nieuws voor de sector in het algemeen. Ondanks het rookverbod en de witte kassa’s telde West-Vlaanderen – en bij uitbreiding heel Vlaanderen – nooit zo veel horecazaken als nu. Ook hun omzet stijgt jaar na jaar. Dat blijkt uit cijfers van Guidea, het kenniscentrum voor toerisme en horeca dat in Brugge is gevestigd.

Zeker voor West-Vlaanderen is dit belangrijk nieuws, want nergens zijn er zo veel horecazaken per inwoner als in onze provincie. Per 10.000 inwoners hebben we 69 horecazaken, terwijl het Vlaams gemiddelde maar op 52 ligt. “Door het kusttoerisme, het populaire Brugge en de Westhoek is West-Vlaanderen van oudsher dé horecaprovincie”, weet Gerrit Budts, communicatieverantwoordelijke bij Horeca Vlaanderen. In onze provincie verdienen 16.327 werknemers hun boterham in de horeca. Daarbij zijn de tienduizenden jobstudenten niet meegerekend.

Nooit zo veel restaurants, ondanks het rookverbod en de witte kassa
© Getty Images/iStockphoto

Minder ‘natte cafés’

De helft van het recordaantal van 8.227 West-Vlaamse horecazaken zijn eetgelegenheden, met volledige bediening (bestelling aan tafel) of beperkte bediening (bestelling aan de toog of telefonisch). Zij gingen er de laatste jaren met 7 procent op vooruit: van 3.922 in 2008 tot 4.184 in 2016.

Cafés, bars en discotheken kregen wel zware klappen. Sinds 2008 zijn er bijna een vijfde minder: van 2.782 in 2008 naar 2.293 in 2016. “Dat komt vooral door het rookverbod. Niet alleen wegens stopzettingen of faillissementen. Veel ‘natte cafés’ bieden weer een croque monsieur of spaghetti aan en vormen zich om naar een kleine bistro.”

“Starters zoeken steeds meer creatieve oplossingen om de hoge loonkost te drukken”

Maar dat verklaart niet alles, want nooit waren er zo veel eetzaken. “De horeca is een heel volatiele omgeving: nergens zijn er zo veel stopzettingen en faillissementen, maar er zijn ook heel wat nieuwe starters”, gaat Gerrit Budts verder. “Door de vele stopzettingen zijn er momenteel gunstige prijzen en overnamevoorwaarden af te dwingen. Een trend: we merken dat starters steeds meer zoeken naar creatieve oplossingen om de hoge loonkost te drukken. Zo zien we een opkomst van conceptzaken, zoals de typische burgerrestaurants en Aziatische restaurants. Door zich te focussen op één product, kunnen ze op personeel besparen. Er wordt ook gespeeld met meer sluitingsdagen en minder openingsuren, en zelfs geëxperimenteerd met selfservice. Het is aantrekkelijk dat er zo’n gevarieerd aanbod komt, maar we vrezen voor de toekomst van de gastronomische keukens en de typische grotere brasseries op de markten die met een vijftiental mensen werken. In tegenstelling tot de kleinere zaken – man in de keuken, vrouw in de zaal en soms twee jobstudenten – voelen zij wél de impact van de witte kassa. In dat segment van de markt zijn er de meeste stopzettingen en faillissementen. Kijk maar naar de recente Gault&Millau-gids, die tientallen zaken minder moest opnemen. Restaurants die een beroep moeten doen op veel werknemers zijn de grootste slachtoffers. Voor hen wordt het moeilijk om te overleven. Moeilijk, maar niet onmogelijk.”

Boom van gastenkamers

Nog opvallend: het aantal cateringzaken nam de laatste jaren fors toe, van 449 in 2008 tot 635 in 2016. Ook in de verblijfssector is er een opvallende verschuiving. Het aantal hotels (van 546 in 2008 naar 485 in 2016) en campings (116 in 2008 en 104 in 2016) daalt met pakweg 10 procent, terwijl er een boom is in het aanbod van de gastenkamers. Van 36 B&B’s in 2008 ging het naar 273 in 2016.

Nooit zo veel restaurants, ondanks het rookverbod en de witte kassa