“Laten we de verkiezingen aangrijpen om een West-Vlaanderenpact op de agenda te zetten”

© Getty Images/iStockphoto
Carl Devos
Carl Devos Politicoloog en UGent-ambassadeur in West-Vlaanderen

Politicoloog Carl Devos trekt de boer op langs West-Vlaamse velden. Als ‘ambassadeur van UGent voor West-Vlaanderen’ moet hij de banden aanhalen tussen de universiteit en het economisch weefsel van onze provincie. Tweewekelijks brengt hij verslag uit van zijn kruistocht. In deze kolommen, op kw.be.

Politiek wordt 2018 een nerveus jaar. Zoals de Wetstraat de voorbije weken liet zien. Ook in de Dorpsstraat en op de Provinciebaan is de spanning al te voelen.

De daden vallen stil, de woorden zullen het overnemen. Verkiezingen leveren doorgaans veel specifieke ideetjes en voorstellen op, die iedereen vanuit het eigen gelijk lanceert, op zoek naar de volksgunst. In een harde concurrentiestrijd. Dat lijkt op het eerste zicht geen moment om eens samen na te denken over het algemeen West-Vlaams belang. Nochtans is het nu het moment. Wanneer anders wel?

Na de verkiezingen sluit iedereen zich op in de coalitievorming en zal iedereen eigen regeerakkoorden maken, die men dan moeilijk achteraf nog kan lossen of verbinden met andere. Nu dat allerlei kandidaten met plannen komen over wat er met hun stad of provincie de komende zes jaar moet gebeuren, is er het moment om stil te staan hoe we al die ideeën kunnen verbinden in één globaal pact. Dat overheden, middenveld, ondernemers en onderwijsinstellingen doet samenwerken aan al die uitdagingen die we eigenlijk delen, en waar we elk op zich een oplossing voor proberen te vinden.

Laten we de verkiezingen aangrijpen om een West-Vlaanderenpact op de agenda te zetten

Uiteraard hebben we allemaal onze verplichtingen en dromen. Met UGent gaan we ook dit jaar verder investeren in Campus Kortrijk. We beginnen aan de sloopwerken, die de bouw van VEG-i-TEC mogelijk moeten maken. In dat ambitieus onderzoekscentrum kan ons speerpunt bioprocestechnologie zich ontplooien. Dat onderzoek zal zich toespitsen op verwerkingsprocessen van aardappelen, groenten, energie- en watermanagement in de voedingsindustrie. Maar liefst 7,5 miljoen wordt erin geïnvesteerd.

Op 8 februari geven we meer toelichting over onze plannen. We breiden samen met HoWest het Industrieel Design Centrum uit, voor ons speerpunt Industrieel Ontwerp. We centraliseren in Kortrijk al onze expertise rond mechatronica en automatisering, om ons voor te bereiden op de komst van de West-Vlaamse vestiging van Flanders Make, een strategisch onderzoekscentrum voor de maakindustrie. Deze speerpunten brengen twee zaken: grote expertise van UGent met specifieke noden in onze streek. De maakindustrie is voor West-Vlaanderen van het grootste belang. Dat geldt evenzeer voor de agro-voedingsindustrie. En Kortrijk is een wereldstad op het vlak van ontwerpen. Dat is evenwel niet enkel een artistieke, maar zeker ook een economische meerwaarde. In product- en productieontwikkeling staat ontwerp centraal.

Op Campus Brugge, waar we samen met de VUB een afdeling van de Universiteit van de Verenigde Naties ondersteunen, kunnen we na de spreekwoordelijke funderingswerken en administratieve start van vorig jaar, eindelijk van de grond. In de loop van 2018 zullen we twee voltijdse professoren rekruteren om vanuit Campus Brugge te werken. Die komen daar de ploeg onderzoekers – politicologen, economen en juristen – versterken.

We zijn hard aan het werk, met een heel team aan UGent, de haven van Oostende en de POM, aan een plan om in Campus Oostende een wetenschapspark te organiseren. Allerlei plannen en berekeningen liggen op tafel, die moeten de komende maanden in een duidelijke strategie gegoten worden. In Ieper lanceren we binnenkort samen met In Flanders Fields een tentoonstelling.

We hebben allemaal genoeg te doen om enkel naar onszelf te kijken. Maar we zijn niet groot en sterk genoeg om alle omgevingsfactoren te bedienen die een grote impact hebben op ons functioneren. Dat kan geen enkele overheid, onderneming of onderwijsinstelling alleen.

Met de trein raak je vanuit Brugge en Kortrijk sneller naar Gent, dan van Kortrijk naar Brugge

Bijvoorbeeld. We hebben samen, steden, scholen, ondernemingen, organisaties, last van mobiliteit. Ook in onze provincies slibben de wegen dicht, het openbaar vervoer ontgoochelt. Met de trein raak je vanuit Brugge en Kortrijk sneller naar Gent, dan van Kortrijk naar Brugge bijv. We willen aantrekkelijke steden, bijv. voor onze studenten en onderzoekers. Die moeten daarom niet proberen om een klein Gent te zijn, maar wel om zo aantrekkelijk zijn dat men wil blijven en van buiten de provincie naar hier wil komen wonen. In sommige steden, bijv. Kortrijk, lukt dat aardig.

Om brains naar West-Vlaanderen te halen, om in onze bedrijven en labo’s te werken, helpt het zeker als die hier ook willen wonen. Velen ontzien zich immers het woon-werkverkeer. Dat betekent een goed aanbod van woningen, zorg, cultuur en ontspanning. We moeten ook denken aan natuur en leefkwaliteit, zoals stilte en groene ruimte.

Wat kunnen we samen doen om gezamenlijke problemen op te lossen?

Onze provincie kent dan wel een sterk ‘West-Vlaanderen-gevoel’, zoals bijv. blijkt uit de populariteit van ons dialect, toch is er weinig ‘politieke’ eensgezindheid. Onze beleidsmakers trekken minder samen op dan bijvoorbeeld de Limburgers. Er is de eeuwige rivaliteit tussen Kortrijk en Brugge, elk op hun beurt een provinciehoofdstad. De ene formeel en administratief, de ander economisch.

Maar er is ook wedijver tussen kleinere steden. De ene streek kleurt politiek anders dan de andere, sommige economische activiteiten zijn vrij regionaal geconcentreerd, enzovoort. Hoewel de provincie probeert om veel zaken aan te pakken, ze kan dat niet alleen. Zeker niet na haar afbouw, die zich dit jaar duidelijk laat voelen.

Dus in plaats van de komende maanden allerlei individuele voorstellen te lanceren om dezelfde, collectieve problemen op te lossen, zouden we beter nadenken over hoe we ze samen kunnen aanpakken. Laten we de lokale en provinciale verkiezingen aangrijpen om een West-Vlaanderenpact op de agenda te zetten. Wat kunnen we samen doen om gezamenlijke problemen op te lossen? Hoe kunnen we na de verkiezingen, eensgezind, ongeacht al die coalitievormingen, ons organiseren om straks bij de nieuwe Vlaamse en federale regering onze belangen zo goed mogelijk te verdedigen.

Het is wellicht een naïeve gedachte, maar dromen mag in een nieuwjaarsbrief.