“Klanten zijn bij ons geen nummer en dat waarderen ze”

Vader Gerard (rechts) en zoon Alexandre Tiers: "Qua prijszetting kunnen de grote autobedrijven misschien wel bredere marges hanteren, maar hun structuur kost veel meer dan de onze." (Foto MVW)
Tom Van Houtte

Probeer als kleine, familiale autohandel maar eens het hoofd te bieden aan de almaar toenemende schaalvergroting in de sector. Toch slaagt Autobedrijf Tiers daar al zestig jaar in. Wel worden de winstmarges nauwer en nauwer. “Soms moet je met met één procent netto op een verkochte wagen tevreden zijn”, stelt zaakvoerder Alexandre Tiers.

Dit artikel maakt deel uit van ons Dossier Auto.

Ruim zes decennia geleden stichtte Gerard Tiers het autobedrijf in de Rijksweg in Machelen-aan-de-Leie. Oorspronkelijk stond het wagenarsenaal buiten, tot een eerste hangar werd gebouwd en nog één… In 1973 was Alfa Romeo het eerste merk dat zich nadrukkelijk aan de garage linkte. Anno 2018 telt Tiers in totaal zeven medewerkers en is het een erkend servicepunt van Alfa Romeo, concessiehouder van Kia, verdeler van Suzuki en zelfstandig Mercedes-dealer. “We focussen zo veel mogelijk op die merken, maar liever nog dan een trouwe klant verliezen helpen we hem op zijn vraag aan een wagen van een ander merk”, vertelt zoon Alexandre.

Klant is koning in een familiaal autobedrijf als het zijne, zoveel is duidelijk. “Wie hier aanklopt, is geen nummer. De klanten appreciëren dat. Onze sterkte is dat we hen bij naam kennen en de historie van hun auto weten. Zij krijgen ook meestal een bekende stem aan de telefoon. Ook mogen ze gerust bij hun wagen blijven tijdens het onderhoud. Zowel mijn mecaniciens als ikzelf krijgen soms hele levensverhalen te horen”, lacht Alexandre.

Prijzenslag

Alles begint natuurlijk met de aankoop van een auto. “Qua prijszetting kunnen de grote autobedrijven misschien wel iets bredere marges hanteren, maar hun structuur kost wel meer dan de onze. In die zin kunnen wij in mijn ogen nooit een prijzenslag verliezen, al moeten we vaak vrede nemen met een heel beperkte nettowinst. Soms bedraagt die niet meer dan één procent op een verkochte auto, waar dat een kwarteeuw geleden toch nog vier procent was. Bepaalde modellen moeten we zelfs met verlies laten gaan.”

Een en ander wordt gecompenseerd door het onderhoud van de wagens. “Eerder door herstellingen, zoals een set nieuwe banden leggen of nieuwe remmen bevestigen. Wat niet wegneemt dat we ook een klein onderhoud met de glimlach uitvoeren”, aldus de zaakvoerder, die nog kwijt wil dat het Autosalon in zijn geval jaarlijks 20 tot 25 procent van de verkoop van nieuwe auto’s bepaalt.