“Je moet het enorm graag doen”

Hannes Hosten

Het aantal cafés en bars in Oostende ging er de jongste tien jaar sterk op achteruit: van 186 in 2008 naar 154 in 2016. Toch is het nog mogelijk om met succes een café te starten, vindt Cindy Mille (45), die op 1 november haar eerste pint tapte in de New 2 Mille op het Sint-Catharinaplein. “Het café is mijn leven.”

Dit artikel maakt deel uit van ons Dossier Horeca in West-Vlaanderen.

“Ik heb altijd in een café gewerkt”, vertelt Cindy, die tot voor kort met haar partner Lorenzo Therry het café New Jupy Inn aan de Nieuwpoortsesteenweg uitbaatte.

“Maar het was de droom van Lorenzo om een frituur te beginnen. Hij kreeg de kans om frituur Patatje op de Torhoutsesteenweg over te nemen en startte daar op 1 juli. Daarom lieten we het café over. Voor Lorenzo was het een nieuwe uitdaging. Hij maakt er bovendien alles zelf. Ik heb een tijd geholpen in de frituur, maar Lorenzo zag wel dat ik mijn café miste.”

“We informeerden naar het café ‘t Jaar 2000, dat al ruim een jaar leeg stond, en besloten om de zaak weer te openen. De naam ‘New 2 Mille’ verwijst zowel naar de vorige naam van de zaak als naar mijn familienaam. Lorenzo staat nu zonder mij in de frituur, maar krijgt hulp van iemand met een flexijob. In negen dagen stopten we, samen met vrienden, de hele zaak in een nieuw kleedje. Vanaf de eerste openingsdag 1 november was het meteen de hele dag volle bak. We zijn allebei goed bekend, want we hebben café gehouden in de buurt. Veel mensen uit de buurt, voor wie dit een stamcafé was, zijn blij dat de zaak weer open is.”

“Er zijn al veel cafés weggevallen”, weet Cindy. “Van de vele zaken waar ik vroeger kwam toen ik nog competitiebiljart speelde, zijn er al massa’s weg. Je hebt het rookverbod en de alcoholcontroles en sowieso moet je er heel veel voor doen als je café houdt. Je weet wanneer je begint, maar nooit wanneer je eindigt. Je moet het enorm graag doen. Vroeger heb ik nog in een dag- en een nachtcafé gewerkt tegelijk. Ik hield zelf de klanten bezig (lacht). Ik ben dan ook een flapuit die graag eens iets uitspookt.”

‘Mooshen’ en zeveren

“Mijn zaak is het lokaal van Oostende 31, een supportersclub van KVO. Die mensen volgden mij van mijn vorige café naar hier. Mijn zoon Kjell van 19 helpt hier ook en hij brengt zijn maten mee. Ze noemen me ‘tante Cindy’. Ze mogen hier mooshen en zeveren, maar ze weten dat ze ook ernstig met mij kunnen praten en dat ze respect moeten hebben. Zo vinden jong en oud de weg naar hier. Ik doe ook acties met drankjes tegen lage prijzen en wil hier binnenkort het een en ander organiseren.”