Honderden windmolens in zee staan niet helemaal recht of dreigen scheef te komen staan.
Bij de bouw ongeveer vijf jaar geleden was cementlijm gebruikt om dat te voorkomen, maar de lijm blijkt los te laten door zout, golven en het weer. Dat heeft Eneco woensdag laten weten. Acuut gevaar dat de windmolens omvallen is er niet, zegt het energiebedrijf, maar ze halen niet het maximale rendement.
Eneco laat momenteel zestig van zulke windmolens in het Prinses Amaliawindpark in de Noordzee herstellen. Wereldwijd zijn ongeveer 2.500 windmolens op dezelfde manier gebouwd. Bij ongeveer driekwart daarvan is de cementlijm gebruikt waarmee problemen zijn.
Niet loodrecht: minder opbrengst
“Een windmolen bestaat uit drie delen: een heistuk dat in de zeebodem wordt geslagen, een middenstuk en daarbovenop de turbine met de wieken. Tegenwoordig kunnen we nauwkeurig heien, vroeger kon dat nog niet. Toen kreeg je de paal nooit helemaal recht de grond in”, legt een woordvoerder van Eneco uit. Een laag cementlijm moet dat verschil herstellen. Een windmolen die iets uit het lood staat, levert minder stroom op, dus minder geld voor de eigenaar. “We moeten de lijm vervangen door iets dat wel houdt, en dat zijn we nu aan het doen”, aldus Eneco.
Het bedrijf wil niets zeggen over kosten die ermee zijn gemoeid.
In het Belgische deel van de Noordzee staan momenteel 181 windturbines, van C-Power, Northwind en Belwind. De windmolens van C-Power hebben geen last van het fenomeen, zo zegt woordvoerster Freia Vergauwen. Bij de bouw ervan is namelijk geen cementlijm gebruikt. Bij Northwind en Belwind was niemand bereikbaar voor informatie.
(Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier