Groeningeprijs: een doekje voor het bloeden?

Rudolf Scherpereel. (Foto JVGK) © JVGK
Redactie KW

Op de viering van de Vlaamse feestdag zal Geert Bourgeois niet alleen speechen, maar ook de Groeningeprijs uitreiken. Dat is een prijs voor een nieuwe handelszaak met een Nederlandstalige naam die verband houdt met het pand of de activiteit. Er zijn 14 kandidaten. “Als stadsbestuur kijken we niet naar de naam wanneer een nieuwe zaak zich aanmeldt”, aldus Rudolf Scherpereel.

Voor de tweede keer reikt het Guldensporencomité de Groeningeprijs uit aan de vooravond van 11 juli. In 2016 viel de Budafabriek in de prijzen. Wie het dit jaar wordt, is nog niet bekend. Wel duidelijk is dat er 14 kandidaat-winnaars zijn. “We hebben een aantal weken een oproep gedaan in de media”, aldus Luc Vandorpe van het Guldensporencomité. “Een aantal handelaars heeft zich zelf kandidaat gesteld, andere handelszaken kregen we door via onze leden. Er zijn drie voorwaarden: het moet om een nieuwe handelszaak zijn, de zaak moet een Nederlandstalige naam hebben én de naam moet betrekking hebben op de geschiedenis van het pand waarin het is gevestigd of op de activiteit.”

Depart

“Met 14 zaken zijn we relatief tevreden omdat de Groeningeprijs nog niet lang bestaat. We zijn er wel van overtuigd dat onze prijs almaar meer weerklank zal vinden. Naar volgend jaar toe hopen we dan ook op een lijst met 30 tot 40 handelszaken. In die optiek willen we naar een samenwerking met het stadsbestuur streven die ons namen kan aanreiken.”

In Kortrijk lijkt het er wel op dat heel wat nieuwe handelszaken een niet-Nederlandstalige naam krijgen. Een beetje een fenomeen dat je overal ziet. “Ik heb daar toch een dubbel gevoel bij“, aldus nog Luc Vandorpe. “We zien wel jonge ondernemers die bewust kiezen voor een originele Nederlandstalige of Vlaamse naam. Denk maar aan restaurant Vanallier(dus eigenlijk ‘van alhier’, red.) in Aalbeke of De Koekedoze in Heule.”

“In het stadhuis bekijkt niemand of een nieuwe zaak een Nederlandstalige naam krijgt” – Rudolf Scherpereel, schepen van Economie en N-VA’er

“Anderzijds moet je vaststellen dat velen nog altijd kiezen voor een naam in een andere taal. Niet alleen ondernemers, maar ook het stadsbestuur. Denk maar aan de naam van de nieuwe fuifzaal: Depart. Ik heb de indruk dat niet iedereen even gelukkig is met de keuze van die naam. In elk geval willen we als Guldensporencomité erover waken dat het Nederlands belangrijk blijft in een stad als Kortrijk. Vandaar dat ons thema dit jaar ‘Nederlands, parel van een taal’ is.”

Japanse frituur

Wie over het Kortrijkse handelsleven waakt, is Rudolf Scherpereel, schepen van Lokale Economie en N-VA’er. In mei 2013 vroeg hij aan de nieuwe uitbater van een frituur op de hoek van de Grote Markt en de Vlasmarkt om de naam ‘Grand Place’ te veranderen in ‘Grote Markt’. Sindsdien zijn er in Kortrijk geen dergelijke vragen meer gesteld.

Eethuis Vanallier in Aalbeke liet zich wel inspireren door de Nederlandse taal.
Eethuis Vanallier in Aalbeke liet zich wel inspireren door de Nederlandse taal.© EDB

“Er komen in Kortrijk nog altijd heel wat nieuwe handelszaken bij, maar we hebben niemand rondlopen in het stadhuis die erop let of er voor Nederlandstalige namen wordt gekozen“, aldus de schepen. “Persoonlijk kan ik wel de Groeningeprijs van het Guldensporencomité appreciëren, ik vind dat een sympathiek gegeven.”

“Wel is het zo dat ik vind dat de naam van de handelszaak verband moet houden met de activiteit. Om een extreem voorbeeld te geven: als een frituuruitbater zijn zaak een Japanse naam geeft, zal iemand die de naam hoort niet weten dat er frieten worden gebakken. Dat is dus enkel in het voordeel van de handelaar zelf.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier