Chocolade van Heule tot in Nieuw-Zeeland én Korea

Redactie KW

“Op het gezicht, zeker,” zegt hij. “Op smaak? Ik denk het wel. Ik haal de meeste van onze pralines en zeevruchten er zo uit,” weet Jelle Vandenbulcke. En vermoedelijk geldt dat ook voor zijn neven, zijn vader en oom en zijn grootvader.

Naar meer dan vijftig landen, over de hele wereld, vertrekken ze vanuit Heule. In containers en per boot naar Nieuw-Zeeland, Australië, de Verenigde Staten, naar China en Japan en zelfs naar Korea. “Ik denk zelfs dat we in het buitenland beter bekend zijn onder de naam Vandenbulcke dan in ons eigen land“, vermoedt de jonge Heulse ondernemer.

Het verhaal van chocolatier Vandenbulcke is een puur West-Vlaams kmo-verhaal van familiaal ondernemerschap en van puur vakmanschap. “Mijn overgrootvader was kruidenier op Buda in Kortrijk. En mijn grootvader volgde in de zaak, verkocht snoep, chocolade en koeken aan andere kruideniers. Voor de truffels in chocolade deed hij een beroep op een bakker in de buurt die de truffels voor hem maakte. Maar op een bepaald moment kon de bakker de vraag naar die truffels niet meer bijhouden en hield het voor bekeken. Op dat moment besliste grootvader André dan maar om ze zelf te maken,” vertelt Jelle Vandenbulcke.

Gouden combinatie

Dat gebeurde in 1958. De confiseriezaak is dan net geen tien jaar oud. Philip, één van de zonen van André, wordt chocolatier en breidt het gamma uit met pralines en chocolade zeevruchten. De andere zoon, Marc, vader van Jelle, zorgt er vanaf midden de jaren zeventig voor dat ze pralines en zeevruchten die in Heule ontwikkeld worden, niet louter meer in eigen land te koop zijn, maar geleidelijk aan ook in het buitenland.

“Tussen bitter en zoet, daar zitten we met onze chocolade goed”

“Dat was meteen een van de troeven van onze familiale onderneming: de combinatie van kennis van het product en vakmanschap enerzijds en van commercieel ondernemerschap anderzijds bij de twee broers,” legt Jelle uit. “Intussen zijn we aan de derde generatie toe en die combinatie hielden we in stand. Zelf sta ik in voor de verkoop, mijn neef Luc is chocolatier, Bert, de andere neef neemt de logistiek voor zijn rekening, terwijl mijn vader Marc (63) nog altijd deel uitmaakt van het management,” legt Jelle uit.

Jelle weet wat hij verkoopt. Hij proeft het, dagelijks. Het is hem niet aan te zien, hij is strak gelijnd. “En toch proef ik, net zoals iedereen die hier werkt, meer dan eens per dag van onze chocolade”, bekent hij. “Maar met mate. Wat goed is, hoef je niet te mijden,” zegt hij. Het is een kwestie van doseren.

Kwaliteitslabel

Van alle regio’s telt West-Vlaanderen het grootste aantal chocoladezaken. Of hij daar een verklaring voor heeft? “Wij zijn natuurlijk de kmo-provincie bij uitstek. Dat speelt zeker een rol. En er zijn enkele belangrijke toeristische steden: Brugge en Ieper,” zegt hij. Maar chocolade verkopen onder het West-Vlaamse label gebeurt niet. “Nee, in het buitenland geldt alleen de noemer ‘Belgische chocolade’ als kwaliteitslabel,” weet Jelle Vandenbulcke.

“Veel van de familiale bedrijven uit onze sector zijn intussen opgekocht door internationale groepen. Wij kiezen ervoor om zelfstandig te blijven”

“Waarom precies die Belgische chocolade wereldwijd zo gegeerd is? Kijk, de Aziaten verkiezen eerder chocolade die wat bitter smaakt, de Amerikanen vallen voor de zoete chocolade. Onze chocolade steekt daar ergens midden in en dat is, vermoed ik, het succes ervan”, weet Jelle.

Het Heulse chocoladebedrijf is intussen één van de oudste West-Vlaamse chocoladebedrijven. “Zelfs op de internationale vakbeurs in Keulen zijn we één van de oudste standhouders. Veel van de familiale bedrijven uit onze sector zijn intussen opgekocht door internationale groepen. Wij kiezen ervoor om zelfstandig te blijven”, zegt Jelle, die van de week alweer richting buitenland vertrekt.

Hoogseizoen

De drukste periode van het jaar voor de chocolatier komt er aan. “Er is een hoogseizoen in onze sector’, legt Jelle Vandenbulcke uit. “Dat loopt van juli tot november. We werken door het jaar met een 30-tal mensen, in het hoogseizoen komt daar een 30-tal seizoensmedewerkers bij.”

(JG)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier