Broers Dejager van Osta Carpets uit Deerlijk nog zwaarder bestraft voor fraude

Redactie KW

Het Gentse hof van beroep heeft woensdag de broers Dejager, de eigenaars van tapijtenfabrikant Osta Carpets, veroordeeld wegens grootschalige fraude tot elk 30 maanden cel, waarvan 18 maanden met uitstel, en een verbeurdverklaring van samen bijna 50 miljoen euro.

De zaak startte in 2006, toen een ex-werknemer van Liechtenstein Global Trust de bankgegevens van 1.400 buitenlanders doorspeelde aan de Duitse overheid. De gegevens van de Belgen, waaronder die van de textielfamilie Dejager van Osta Carpets uit Deerlijk, kwamen bij de Belgische fiscus en het gerecht terecht. De familie Dejager had in 2006 een regularisatieaangifte van hun zwart geld gedaan, maar uit de buitenlandse gegevens bleek dat slechts een klein deel van het zwart kapitaal aangegeven werd.

De familie Dejager ging over tot bekentenissen, maar wees ook in de richting van haar adviseurs bij de fiscale regularisatie, het beurshuis Petercam en het advocatenkantoor Tiberghien. Het parket vervolgde de gebroeders Dejager, Petercam en Tiberghien voor witwassen van zwart geld en schriftvervalsing bij het opstellen van het regularisatiedossier. Petercam sloot echter een minnelijke schikking met het openbaar ministerie in het kader van het verruimd verval van de strafvordering tegen betaling van een geldsom (VVSBG), de zogenaamde afkoopwet.

Bijna 50 miljoen euro verbeurdverklaard

De Gentse correctionele rechtbank legde de broers Dejager elk 30 maanden cel, waarvan 6 maanden effectief, op en elk van hen moest een verbeurdverklaring van ongeveer 10 miljoen euro betalen. Het hof van beroep verzwaart het effectieve gedeelte van de celstraf tot 12 maanden en breidt de verbeurdverklaring uit tot samen bijna 50 miljoen euro. In eerste aanleg legde de rechtbank Tiberghien een boete van 120.000 euro op, maar het hof van beroep spreekt het advocatenkantoor nu vrij wegens twijfel. Ook de vennoot van Tiberghien Advocaten die het dossier behartigde, werd vrijgesproken. “Tiberghien Advocaten verklaart dat het kantoor altijd vertrouwen heeft gehad in het hof en deze uitspraak bewijst dat deze houding terecht werd aangenomen”, zegt het kantoor in een persmededeling.

De verdediging van de broers Dejager had gesteld dat het bewijsmateriaal in de zaak niet gebruikt mocht worden, omdat de ex-werknemer van Liechtenstein Global Trust vier miljoen euro zou gekregen hebben van de Duitse overheid voor de bankgegevens. Het hof van beroep verwierp deze en andere procedurekwesties. De broers kunnen nog in cassatieberoep gaan tegen het arrest. Dan kunnen ze opnieuw beginnen onderhandelen met het openbaar ministerie over een minnelijke schikking. Zolang er geen definitief cassatiearrest gevallen is, kunnen de verdachten onderhandelen over de mogelijkheid om de straf af te kopen.

(Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier