De grensoverschrijdende samenwerking tussen de provincie West-Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk komt niet onmiddellijk in het gedrang door de Brexit.
Dat zegt West-Vlaams gedeputeerde voor Economie Jean de Bethune (CD&V) op een schriftelijke vraag aan Kurt Himpe (N-VA).
De provincie West-Vlaanderen heeft in het kader van de grensoverschrijdende samenwerking een reeks samenwerkingen met een aantal regio’s in het Verenigd Koninkrijk zoals Kent, Norfolk, Suffolk, East-Sussex en Essex. “De Brexit kan de verdere samenwerking voor bepaalde Europese programma’s op losse schroeven zetten”, stelt provincieraadslid Himpe.
“De lopende samenwerkingsovereenkomst met Kent en de partnerschappen met Schotse partners zijn een goede en voldoende structurele basis voor het verderzetten van de contacten op het vlak van grensoverschrijdende thema’s zoals blauwe energie, transport en logistiek”, aldus de provinciale dienst Europese Programma’s en Externe Relaties. “Maar andere Europese programma’s kunnen wel in de problemen komen”, meent Himpe.
Vier Europese programma’s
Het Verenigd Koninkrijk is betrokken partij in vier Europese programma’s waar ook de provincie West-Vlaanderen aan deelneemt. De Brexit kan de grootste impact hebben op het programma Interreg 2-zeeën, aangezien het voor dit Europese programma een basisvereiste is dat een partner uit het Verenigd Koninkrijk samenwerkt met een continentale partner. Binnen dit Interreg-programma zijn er momenteel 21 projecten goedgekeurd, waarvan tien met een West-Vlaamse partner.
Volgens gedeputeerde de Bethune kunnen alle andere programma’s technisch gezien verder functioneren zonder de partners uit het Verenigd Koninkrijk, hoewel dit inhoudelijk natuurlijk wel een verlies aan kwaliteit kan betekenen.
(Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier