Bouwsector vreest voor verlies van 40.000 jobs, overleg met Bart Tommelein is gepland

Redactie KW

De bouwsector heeft dinsdag een oproep naar de overheid gelanceerd om ‘dringend’ maatregelen te nemen tegen de sociale dumping in de sector.


Er staat in elk geval een rondetafeloverleg gepland met de staatssecretaris voor Sociale Fraude, Bart Tommelein. Zonder extra maatregelen vreest de sector het verlies van 40.000 banen op het einde van de legislatuur. Momenteel stelt de bouw nog meer dan 200.000 mensen tewerk.

“Het overleven van de Belgische bouw staat vandaag op het spel”

De vooruitzichten voor de bouw zijn niet al te best. De sector profiteert nog van de lage rente en van het feit dat heel wat (ver)bouwers anticiperen op strengere fiscale en energiemaatregelen. Maar de volgende jaren verminderen die stimuli en dreigt de activiteit dus verder af te nemen. Daarenboven heeft de sector erg veel last van (on)eerlijke concurrentie uit lageloonlanden. “Het overleven van de Belgische bouw staat vandaag op het spel”, luidde het dinsdag bij de sectorfederatie.

De evolutie is al enkele jaren aan de gang, maar versnelt nog. Sinds 2011 gingen er al 12.400 banen verloren en tegen eind 2015 dreigt er bijkomend verlies van 6.000 jobs. Tot 2019, aan het einde van de legislatuur, vreest de Confederatie Bouw zelfs 40.000 verloren banen. “Dat is niet alleen slecht nieuws voor ons, maar ook voor de overheid”, wierp gedelegeerd bestuurder Robert De Mûelenaere op. Bedrijven en werknemers betalen immers RSZ-bijdragen en belastingen: met het verlies van tienduizenden banen loopt de overheid 2,1 miljard euro mis, berekende hij. En daar zijn extra kosten zoals werkloosheidsvergoedingen nog niet bijgerekend.

Buitenlandse krachten

De bouwsector ziet het aantal buitenlandse krachten die werken uitvoeren in ons land jaar na jaar toenemen. “De situatie escaleert”, aldus De Mûelenaere. De afgelopen twaalf maanden werden in de sector 305.000 Limosa-meldingen gedaan (melding van gedetacheerde arbeiders, nvdr). Dat is zes keer meer dan in 2007. “We schatten dat het aantal gedetacheerden overeenkomt met 32.000 voltijds equivalenten, een verdubbeling tegenover 2011.”

Uit een rondvraag blijkt dat acht op tien Belgische aannemers al een opdracht verloor aan een buitenlands bedrijf, vier op tien moest daarom al personeel ontslaan.

De Confederatie Bouw wil dat de regering optreedt en doet ook enkele suggesties. “Die zijn trouwens gedragen door werkgevers én vakbonden”, aldus de gedelegeerd bestuurder. Zo wil men dat alle onderaannemers die overheidsopdrachten uitvoeren, een erkenning moeten aanvragen. Nu geldt dat enkel voor de hoofdaannemer die het contract afsluit. Ook het aantal onderaannemers zou moeten worden beperkt. De opdrachtgever, in geval van overheid of bedrijf, zou mee verantwoordelijk moeten worden gemaakt als hij een té lage prijs aanvaardt. Bij particulieren zou de toekenning van fiscale voordelen gekoppeld moeten worden aan het feit dat de aannemer de vestigingsregeling respecteert en geen sociale of fiscale schulden heeft.

De Confederatie Bouw pleit ook voor verplichte identificatie van werknemers op de werf en voor meer gerichte controles tegen fraude. Tot slot vraagt ze voor de sector ‘specifieke maatregelen’ om de loonkosten te verminderen. “We zijn zeer arbeidsintensief, de loonkost maakt 40 à 50 pct van de prijs van werken uit”, illustreert De Mûelenaere. Hij merkt op dat de bouwsector bijna niet profiteert van de loonkostmaatregelen uit het jongste regeerakkoord.

(BELGA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier