Door het oog van de naald

Redactie KW

Zaterdag 27 september kreeg voor Wesley De Coene (27) uit Petegem een bijna noodlottige afloop. Kort nadat hij zijn stamcafé ‘t Hooge in Aarsele verliet om een vriendin op te halen, raakte Wesley betrokken in een zwaar verkeersongeval. Hij verloor ter plaatse zijn rechterbeen en vocht een maand lang voor zijn leven. Wie Wesley nu opzoekt in het revalidatiecentrum van het UZ Gent, ziet een goedlachse kerel die de toekomst positief tegemoet kijkt. „De periode van ongeloof en enorme woede is min of meer voorbij”, vertelt hij. „Ik probeer positief te denken en keihard te werken aan mijn revalidatie.”

Het ene moment sta je grappen te maken op een gezellig feestje van je motorclub, een paar minuten later wordt je leven compleet overhoop gehaald… Voor Wesley De Coene werd dit scenario bittere realiteit op zaterdag 27 september. „Ik herinner me nog een leuke namiddag met de supporters van Crossteam ‘t Hooge, ik ben even weggereden en dan een klap, een wit licht… om een maand later hier wakker te worden in het UZ”, vertelt hij. Ook voor Wesley’s familie was het ongeval een heel zware klap. „Vreemd genoeg kwam de politie eerst bij mij aanbellen”, vertelt Kimberly, Wesley’s zus. „Ik kon het niet vatten en ik ben in een soort waas meegegaan naar mijn ouders om hen het vreselijke nieuws te vertellen. Pa reageerde onmiddellijk heel emotioneel, bij ma kwam de klap pas ‘s anderendaags. We wilden eerst niet geloven dat het zo erg was. Pas toen we met de werkelijkheid geconfronteerd werden en we het met onze eigen ogen zagen, kwam het besef.”

Lange coma

„Ik raakte in het ongeval mijn rechterbeen kwijt, ik verloor enorm veel bloed en had ook over de rest van mijn lichaam verschillende breuken”, gaat Wesley verder. „Ik raakte in coma en kwam na enige tijd even bij bewustzijn, maar de wonden raakten geïnfecteerd en toen werd ik een maand lang in een kunstmatige coma gehouden.”

„Blijkbaar vertelden de dokters aan mijn familie dat ik slechts 50 tot 60 procent kans had om er weer bovenop te komen. Ze moesten leven van minuut tot minuut, van dag tot dag. Ik lag twee maanden op de intensive care van het brandwondencentrum van het UZ omdat men daar gespecialiseerd is in wondzorg. Intussen heb ik al elf operaties achter de rug en ik heb er nog veel voor de boeg, zowel aan mijn linkerbeen als aan de geamputeerde zijde. De wonde daar was heel zwaar en er bleef nauwelijks huid over om het geheel te dichten. Er moest huid getransplanteerd worden, maar ook nu nog is de beenstomp niet geschikt om een prothese aan te passen. De dokters hopen om binnen een maand of negen wel een prothese aan te kunnen hechten.”

Relativeren

Toen Wesley de harde feiten onder ogen kreeg, waren verdriet en woede zijn eerste reactie. „Ik liet veel tranen die eerste maand en tegelijk was ik zo verschrikkelijk kwaad. Geleidelijk aan begin je echter de feiten te relativeren. Je krijgt moed om over de gebeurtenissen te praten met de andere mensen die hier zijn en dan besefte ik dat zij er soms veel erger aan toe zijn dan ik. Volledig verlamd, twee benen kwijt… de mogelijkheden die je dan hebt, zijn wel héél beperkt. Ik heb me herpakt en probeer positief naar de toekomst te kijken. Revalideren is nu het belangrijkste.”

Intussen mocht Wesley al eventjes het revalidatiecentrum verlaten. „Eigenlijk gebeurde dat compleet onverwacht”, zegt hij. „Ik weet dat ik hier nog veel tijd zal moeten slijten, maar af en toe wordt het me wel eens te veel. Ik was vroeger altijd actief bezig en ik hou van variatie. Beide zaken vond ik bijvoorbeeld terug in mijn job bij industriebouw Vanhee. Het was zwaar werk, je mocht niet bang zijn om je handen uit de mouwen te steken, maar er zat veel afwisseling in. Hier is het elke dag dezelfde litanie : opstaan, wassen en aankleden, eten, revalidatie. Noodzakelijk, dat besef ik maar al te goed en ik ga niet klagen, maar ik had me tegen de vrienden eens laten ontvallen dat ik het hier beu begon te worden en dat ik naar huis wou.”

Naar huis

Enkele weken geleden verrasten Wesley’s vrienden hem en namen ze hem mee naar zijn stamcafé ‘t Hooge. „Dat had ik totaal niet verwacht”, glundert hij. „Ze hadden een feestje voor me georganiseerd en het hele café zat vol.” Het onverwachte uitje had voor Wesley wel nog een scherp kantje. „Dat ik hier even weg mocht, was voor mij een complete verrassing. Voor mijn ouders kwam het echter hard aan dat mijn eerste ‘uitstapje’ niet naar huis was. Dat is intussen weer in orde. Ik was thuis met de feestdagen en in de weekends mag ik nu ook naar huis, maar ik blijf er niet overnachten. Ik heb veel verzorging nodig en er zijn ook veel aanpassingen nodig aan de woning. Bovendien schat men dat ik toch nog een jaar moet revalideren. We zien wel wat de toekomst brengt. Momenteel lukt het positief denken me vrij goed. Ik concentreer me op de toekomst, beetje bij beetje.”

(Nancy De Smet)

De vrienden van Wesley en de motorclub organiseren in het voorjaar een steunkaarting. De opbrengst gaat naar een traplift voor Wesley. Op 27 en 28 februari en 1 maart worden vooral West-Vlaamse kaarters in ‘t Hooge verwacht. Op 6, 7 en 8 maart rekent men vooral op Oost-Vlaamse steun.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier